aan de jongste afromingslening van het rijk)
is nagestreefd teneinde van de geldzijde uit
een overspanning van de conjunctuur te
voorkomen. Echter blijkt reeds uit het voor
gaande en met name uit de vermelde ver
hoging van het strafdeposito dat de Neder-
landsche Bank de opvatting was toegedaan,
dat het wapen van de kredietbeperking niet
voldoende effect sorteerde. Daarom is ook
het officiële disconto verhoogd. In dit geval
is deze maatregel dus uitsluitend op het
binnenland gericht geweest en hoegenaamd
niet getroffen ter verdediging van de gulden
tegenover het buitenland. Het laatste is ook
niet nodig, zoals uit het inmiddels ver
schenen jaarverslag van de Nederlandsche
Bank nog eens duidelijk naar voren is ge
komen. Weliswaar is het overschot op de
lopende rekening van de betalingsbalans, dat
van 1200 miljoen in 1960 is teruggelopen
tot 530 miljoen in 1961 op transactie
basis kleiner dan op de duur voldoende
zou zijn om de voor de Nederlandse economie
uit structureel gezichtspunt noodzakelijk te
achten netto kapitaalexport te dekken, maar
voorlopig wordt deze daling toch niet zo
danig geacht, dat zij aanleiding tot zorgen
kan geven. Op de duur zal echter aan een
minimum van 800 miljoen moeten worden
vastgehouden.
De discontoverhoging
Terwijl de kredietbeperking evenwel een
wapen is dat tegen de banken zelf is gericht,
treft de discontoverhoging de kredietvragers,
omdat deze nu voor het krediet dat zij van
de banken verkrijgen een half procent meer
rente moeten betalen. Dat hiertoe is over
gegaan vormde op zichzelf derhalve een be
wijs te meer, dat de bestaande kredietremmen
als zodanig de uitzetting van het krediet
volume onvoldoende tegengingen. Alleszins
begrijpelijk ook, omdat voor het bedrijfsleven
de verhoudingen hetzelfde waren gebleven.
Dat is nu anders geworden. Maar op korte
termijn zal het duurder worden van het kre
diet onder de tegenwoordige omstandigheden
van hoogconjunctuur toch niet veel gewicht
in de schaal kunnen leggen. Wel zal de voor-
raadvorming en het aanhouden van grote
voorraden er door worden afgeremd omdat
zulks meer rente kost, terwijl aan de andere
kant omzetting van kortlopend krediet in
langlopend krediet door het afsluiten van
langlopende leningen er door zal worden be
vorderd. De emissiebedrijvigheid en nu
hebben wij zowel de obligatie- als de aan
delenmarkt op het oog zal er door worden
gestimuleerd. En voor nieuwe investerings
projecten zal op langere duur de hogere
rentestand toch ook gewicht in de schaal
leggen.
Staatsfondsen gedaald
Wat het bankwezen aangaat is de dis
contoverhoging in zoverre een voordeel, dat
als gevolg daarvan op de uitstaande kre
dieten hogere rentebaten worden verkregen,
terwijl op de toevertrouwde middelen niet of
niet spoedig meer rente zal behoeven te wor
den vergoed. Met name voor spaarrekenin
gen gelden reeds bijzonder hoge tarieven,
die nauwelijks voor een verdere verhoging
in aanmerking komen. Hoewel het officiële
disconto in beginsel een maatregel is, gericht
op de geldmarkt, dus het korte krediet, laat
zij ook de leningmarki niet onbeïnvloed. Dat
komt zeer duidelijk in de koersen van de
staatsfondsen tot uitdrukking die de reeds
eerder ingezette daling in de maand april in
versterkte mate hebben voortgezet. De koers
verliezen lopen daar uiteen tot ca IV2 punt,
vergeleken met einde maart, terwijl de ver
liezen ten opzichte van einde februari in
doorsnee toch ca 2V2 punt uitmaken. De
koersdaling op de aandelenmarkt is onge
twijfeld eveneens door de discontoverhoging
in de hand gewerkt.
Intussen heeft de Nederlandsche Bank aan
de aandrang, die van de zijde der emissie
huizen en van het buitenland is uitgeoefend
tot het weer openen van de emissiekraan, in
beperkte mate toegegeven, door daarvoor
voor het komende halfjaar een totaalbedrag
van 150 miljoen uit te trekken, dus belang
rijk minder dan vorig jaar, toen voor dit doel
in totaal meer dan een half miljard werd
184