nog zouden ingaan, er geen tijd zou over blijven om nog van gedachten te wisselen. Wij hebben gezien, dat de financiering van de bedrijfsoverneming onmiddellijk ver band houdt met het voortbestaan van het familiebedrijf in de landbouw. Deze bedrijfs vorm achten wij passend voor de landbouw en wij willen dan ook onze volledige steun geven voor de instandhouding daarvan. Mocht het familiekapitaal in de toekomst in sterke mate worden teruggetrokken of neemt door de grotere investeringen de vermogens behoefte toe, dan zal onze organisatie voor zoveel als dat mogelijk is, daarin trachten te voorzien door verstrekking van krediet. Zij kan daarbij ver gaan, maar niet tot 100 Een minimum eigen vermogen blijft noodzakelijk. Het is goed, dat de jonge boer, alsmede zijn ouders, zich daarvan bewust zijn. Werkt de aanstaande boer op het bedrijf van zijn ouders, dan is het een vanzelfspre kende zaak, dat hiervoor een passende be loning wordt gegeven. Ook is het raadzaam, dat de ouders de zoon in de gelegenheid stellen, een maatschapsverhouding aan te gaan, waarbij de zoon geleidelijk kan in groeien in het bedrijf door eerst een deel van het bedrijfsbeheer, de bedrijfsactiva en het bedrijfsrisico over te nemen, eventueel tegen een normale prijs. Aan de hand van een voorbeeld hebben wij gezien, dat kredietfinanciering veel mo gelijkheden inhoudt voor de instandhouding van het familiebedrijf, mits op een goede rentabiliteit mag worden gerekend en mits de bedrijfsrisico's niet extra groot zijn. De lasten, verbonden aan een hoge kredietfi nanciering kunnen zwaar drukken. Dit heeft de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank aanleding geven tot het bestuderen van de vraag of door middel van een bijzondere kredietregeling gekomen kan worden tot verlichting van de druk van rente- en af lossingsverplichtingen. Wij hebben thans in overweging genomen een jonge-boeren- kredietregeling in te voeren, waarbij facili teiten worden gegeven ten aanzien van de looptijden van leningen voor de financiering van de bedrijfsinrichting. Langedijk Noord Op 5 april jl. passeerde de bank de 4 mil joen aan spaargelden door een inlage van de heer R. J. van Dort. Het bestuur meende dit feit niet zomaar voorbij te moeten laten gaan en nodigde de heer en mevrouw Van Dort uit ten kantore. De heren H. G. Lesterhuis en W. Kist waren eveneens aanwezig, omdat zij resp. vóór en na de heer Van Dort een bedrag in de spaar bank hadden gestort. Allen kregen een be drag op hun spaarboekje bijgeschreven. Op de foto: de voorzitter, de heer K. van Nienes, (rechts) en het echtpaar Van Dort. 177

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 19