gaan tot het bedrag, dat door het bestuur van het Onderling Waarborgfonds (waarvan de leden dezelfde zijn als de bestuursleden van de Centrale Bank) zal zijn bepaald. Ver wacht wordt, dat bij de aangesloten banken, waarbij een borgverzekering voor de kassier of andere personeelsleden is afgesloten, deze borgverzekering beëindigd zal worden, ten einde de bank te doen deelnemen in de onderlinge verzekering van Afdeling D van het Onderling Waarborgfonds. Betekenis van Afdeling D naast Afdeling A Wanneer men de verschillende afdelingen van het Onderling Waarborgfonds overziet, dan lijkt het op het eerste gezicht, alsof bij Afdeling A eenzelfde dekking plaatsvindt als bij Afdeling D. Ook Afdeling A ver schaft immers de banken dekking tegen het risico van frauduleuze handelingen. Dit is echter slechts schijn. De dekking van Afde ling A voor frauduleuze handelingen bestaat immers volgens de bepalingen van het ge wijzigde reglement alleen dan, indien de aangesloten bank voldaan heeft aan haar verplichting, voor de kassier of andere per soneelsleden die kasbeheer hebben zekerheid te doen stellen. Indien zulks verzuimd is, vindt uit Afdeling A geen vergoeding plaats tot het bedrag, waarvoor deze zekerheid had behoren te worden gesteld. Als een raiffeisenbank/boerenleenbank be sluit de verzekering van haar kassier en van andere personeelsleden, die met kasbeheer zijn belast, onder te brengen bij het Onder ling Waarborgfonds, Afdeling D, dan zal de situatie zo zijn dat de vergoeding van het fonds bij fraudeschade zal plaatsvinden uit de nieuwe Afdeling D, voor zover de schade minder bedraagt dan het door het bestuur vast te stellen bedrag waarvoor zekerheid stelling moet plaatsvinden (thans 20.000,-) en uit Afdeling A, voor zover deze schade het evenbedoelde bedrag te boven mocht gaan. Indien niet een fraudeverzekering bij Afdeling D is gesloten, omdat de kassier op andere wijze voldoende zekerheid heeft ge steld voor het door hem te voeren beheer, blijft de regel gelden, dat Afdeling A van het fonds bij fraude de schade vergoedt, die niet op de gestelde zekerheid kon worden verhaald. Bestaande borgverzekeringen Nu zullen wij nog één vraag moeten aan roeren en dat is die, op welke wijze de be staande borgverzekeringen beëindigd zullen worden, wanneer een bank wenst, de borg verzekering bij het fonds onder te brengen. Hierover kunnen in het huidige stadium echter nog geen definitieve mededelingen worden gedaan. Het ligt in ons voornemen, met de betrokken verzekeringsmaatschap pijen contact op te nemen omtrent een datum van beëindiging van deze verzekeringen. Vele van deze verzekeringen zijn immers voor een bepaald tijdvak (b.v. vijf jaar) af gesloten. Dienaangaande zullen dus nog nadere mededelingen aan de banken worden gedaan. Premie voor de borgverzekeringen van Afdeling D Het systeem, waarop Afdeling D gebaseerd is, is het navolgende: Voor de door Afdeling D afgesloten borgverzekeringen zullen de banken, die een borgverzekering bij deze af deling gesloten hebben, premie verschuldigd zijn. Wanneer in enig jaar blijkt, dat de premie ontoereikend is om daaruit de ten laste van Afdeling D gekomen schadegeval len te voldoen, vindt er een omslag plaats over de raiffeisenbanken/boerenleenbanken, te wier behoeve een of meer borgverzeke ringen bij Afdeling D zijn gesloten. Indien in enig jaar een overschot mocht blijken te bestaan, zal dit overschot worden tegoedge schreven op een rekening, die ten name van de deelnemende raiffeisenbanken/boeren- banken zal worden geopend. Samenvatting De voorstellen tot wijziging van het On derling Waarborgfonds houden dus de vol gende veranderingen in: Vervolg op pag. 200. 172

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 14