van de kassier heeft oorspronkelijk alleen
bestaan in b.v. bezwaring met hypotheek van
onroerende goederen, die aan de kassier in
eigendom toebehoren, verpanding van ef
fecten, ofwel borgstelling van een of meer
van zijn familieleden. In de loop van de tijd
is het echter niet mogelijk gebleken, om in
alle gevallen de zekerheidstelling te vinden
in een van de hiervoor opgenoemde vormen.
Wanneer de kassier geen goederen bezat, die
hij tot zekerheid van het door hem te voeren
beheer zou kunnen verbinden, en evenmin
borgen gevonden konden worden, was er de
mogelijkheid bij een verzekeringsmaatschap
pij een z.g. borgverzekering te doen afsluiten.
Het aantal van zulke borgverzekeringen is
in de loop der tijden geleidelijk toegenomen.
Dit aantal is thans zo groot geworden, dat er
jaarlijks omvangrijke bedragen terzake van
premie betaald moeten worden. Daarom is
nu de gedachte opgekomen, of het niet voor
deliger zou zijn de zekerheidstelling door
middel van een borgverzekering in onze
eigen organisatie te regelen. In de Centrale
Ringvergadering is daarover herhaalde ma
len gesproken. Op verzoek van de Centrale
Ringvergadering heeft het bestuur deze
vraag nader doen bestuderen door een spe
ciale studiecommissie uit de organisatie.
Deze commissie bestond uit de volgende
leden:
J. C. Geertsma, voorzitter, G. J. M. Berend-
sen, L. A. M. Elenbaas, H. de Jong, B. Kui
pers, G. W. Leuvelink, J. A. van Nieuwen-
huyzen, G. Vredeveld en A. v. d. Zwaard
Jzn.
Naar de mening van deze commissie ver
dient het aanbeveling, de voor kassiers of
directeuren van raiffeisenbanken/boeren-
leenbanken te sluiten borgverzekering in
eigen beheer te houden. Bovendien is in de
commissie opgemerkt dat het ongerijmd is,
dat er een verplichting tot zekerheidstelling
bestaat voor kassiers of directeuren van raif-
feisenbanken/boerenleenbanken, doch niet
voor andere leden van het personeel van
zodanige banken, die met het kasbeheer zijn
belast. Bij de meeste banken is voor die per
sonen reeds de zekerheidstelling geregeld.
Afdeling; D: Borgverzekeringen voor kassiers
en personeelsleden
Op grond van de diverse rapporten van
deze commissie, die door de Centrale Ring
vergadering zijn aanvaard, zijn thans wijzi
gingsvoorstellen van het Onderling Waar
borgfonds uitgewerkt, die de verwezenlijking
van de door de commissie naar voren ge
brachte wenselijkheden beogen.
Deze wijzigingsvoorstellen worden in de
eerstkomende algemene vergadering van de
Centrale Bank behandeld. Naast de be
staande afdelingen komt een nieuwe afde
ling, die Afdeling D zal heten. Deze afdeling
heeft ten doel, het risico van schade te dek
ken, welke de raiffeisenbanken/boerenleen-
banken mochten lijden ten gevolge van frau
duleuze handelingen van haar personeel of
van degenen, die met kasbeheer zijn belast,
in zoverre als voor dat risico bij het fonds
een borgverzekering zal zijn gesloten.
Voorts is de bepaling ingevoerd, dat de
raiffeisenbanken/boerenleenbanken gehouden
zijn, door hun kassiers of directeuren en
voorts door andere werknemers in hun
dienst, die met kasbeheer zijn belast, zeker
heid te doen stellen voor het door dezen ge
voerde beheer, zulks tot een bedrag, dat door
het bestuur van het fonds zal zijn bepaald.
Deze zekerheidstelling zal dus kunnen
plaatsvinden in de vorm van een borgver
zekering van Afdeling D of een andere
borgverzekering, al naar verkiezing van het
bestuur van de betrokken raiffeisenbanken/
boerenleenbanken, of ook, indien het bestuur
van een raiffeisenbank/boerenleenbank zulks
mocht wensen, in de vorm van borgstelling,
verpanding of bezwaring met hypotheek van
onroerende goederen. Het bestuur van iedere
raiffeisenbank/boerenleenbank is in het voor
gestelde systeem dus vrij, zekerheid te doen
stellen op de wijze als het bestuur dat wen
selijk mocht achten, doch daarbij zal in ieder
geval het voorschrift in acht genomen
moeten worden, dat de zekerheidstelling zal
omvatten zowel de kassiers als andere per
soneelsleden, die met het kasbeheer zijn be
last, en voorts dat de zekerheidstelling zal
171