door het fonds gegarandeerde leningen uit
tot een totaalbedrag van ruim 18 miljoen.
In het daaraan voorafgaande jaar stonden
2291 door het fonds verwaarborgde leningen
tot een totaalbedrag van ruim 10 miljoen
uit.
De voorstellen, die aan de Algemene Ver
gadering tot wijziging van het fonds zullen
worden gedaan, hebben voor een deel ook
betrekking op Afdeling C van het Onderling
Waarborgfonds. Voor iedere garantie wordt
namelijk door het fonds een zekere premie
aan de kredietnemer in rekening gebracht.
Deze premie bedraagt gewoonlijk V2 per
jaar van het verwaarborgde bedrag. Mocht
echter in enig jaar het inkomen van Afde
ling C van het Onderling Waarborgfonds
ontoereikend zijn voor de betaling van de
schade-uitkeringen, die uit hoofde van de
garanties moesten worden betaald, dan kan
het ontbrekende afgeboekt worden op de
reserve of omgeslagen worden over de raif-
feisenbanken/boerenleenbanken, die bij het
Waarborgfonds zijn aangesloten. Tot nu toe
gold de regel, dat een zodanige omslag moet
plaatsvinden overeenkomstig het balans
totaal van iedere bank.
Thans zal de regel ingevoerd worden, dat
de bepaling van deze omslag voor de helft
zal geschieden overeenkomstig de vorenbe
doelde balanstotalen en voor de andere helft
naar verhouding van de premie, die elke der
aangesloten raiffeisenbanken/boerenleenban-
ken aan Afdeling C van het fonds in de
laatste jaren, die aan de omslag vooraf
gingen, verschuldigd is geworden.
Tot het voorstellen van deze wijziging van
het omslagstelsel van Afdeling G is besloten
op basis van het Werkprogramma 1962. „Uit
een oogpunt van billijkheid is het gewenst
het in totaal per raiffeisenbank/boerenleen-
bank gegarandeerde bedrag als basis te ge
bruiken voor de omslagregeling van het
Onderling Garantiefonds, eventueel gecom
bineerd met een omslagregeling naar draag
kracht", aldus het Werkprogramma 1962.
Onder „omslagregeling naar draagkracht"
kan worden verstaan: een omslagregeling
overeenkomstig de balanstotalen van de aan
gesloten banken. De wijziging van het om
slagstelsel wordt juist vanwege de uitbrei
ding van de taak van Afdeling C bij het ver
strekken van voorschotten en kredieten in de
agrarische sector noodzakelijk geacht.
Wij beperken ons hier tot een enigszins
summiere en dus niet helemaal volledige
weergave van de wijzigingsvoorstellen van
Afdeling C. In werkelijkheid is de huidige
omslagregeling alsook de voorgestelde om
slagregeling iets ingewikkelder. Wij geloven
echter, dat de lezer er voornamelijk belang
in zal stellen, in het algemeen antwoord te
krijgen op de vraag, wat deze wijzigings
voorstellen inhouden. Wie nauwkeuriger van
de voorgestelde wijzigingen op de hoogte wil
komen, worde verwezen naar de bijlagen bij
de agenda voor de Algemene Vergadering.
Nieuwe onderafdeling (Afdeling D).
Zoals uit het voorgaande blijkt, heeft het
Onderling Waarborgfonds op het ogenblik
drie afdelingen, Afdeling A, Afdeling B en
Afdeling C. Nu wordt voorgesteld, om aan
deze afdelingen nog een vierde afdeling, die
Afdeling D zal heten, toe te voegen. Wat is
daarvan de bedoeling?
Om op deze vraag een antwoord te geven,
moeten wij de statuten van de raiffeisen-
bank/boerenleenbank raadplegen. Daarin
staat, dat de kassier of directeur van iedere
bank persoonlijke of zakelijke zekerheid moet
stellen voor het door hem te voeren beheer.
Zekerheidstelling kassiers en andere
personeelsleden
Zoals wij boven hebben uiteengezet, zijn
de banken in Afdeling A van het Onderling
Waarborgfonds reeds verzekerd tegen frau
duleuze handelingen van haar personeel. In
dien bij frauduleuze handelingen de schade
niet op de zekerheid kan worden verhaald,
die de kassier voor zijn beheer heeft gesteld,
heeft de betrokken raiffeisenbank/boeren-
leenbank het recht, het ontbrekende bedrag
van het Onderling Waarborgfonds, Afdeling
A, vergoed te krijgen. De zekerheidstelling
170