Kroniek van land- en tuinbouw
In de landbouwpers zijn de laatste weken
tal van reacties verschenen op het discussie
rapport van het Landbouwschap inzake
„Landbouwpolitiek op langere termijn". In
brede kring heeft men zich niet alleen op
landelijk niveau, doch ook in plaatselijk en
gewestelijk verband en in afdelingen en com
missies over dit belangrijke onderwerp
beraden.
Algemeen wordt het rapport als een uit
stekend uitgangspunt beschouwd voor een
bezinning op de in de toekomst te verwachten
ontwikkelingen in de Nederlandse land- en
tuinbouw en de in verband daarmede nood
zakelijk te achten landbouwpolitiek. Een
dergelijke bezinning wordt vooral gewenst
geacht omdat zich in snel tempo ingrijpende
veranderingen voltrekken, waardoor zich ten
aanzien van de agrarische bedrijfstak en be
volking grote problemen voordoen. Daarom
is het noodzakelijk, dat de georganiseerde
landbouw nagaat welke factoren en in
welke richting en omvang de produktie-
en afzet voorwaarden in de komende jaren
zullen beïnvloeden. De in de toekomst te
treffen maatregelen en in de agrarische sec
tor te ontplooien activiteiten zullen zoveel
mogelijk op de te verwachten of gewenste
ontwikkelingen moeten worden afgestemd.
In een volgende kroniek hopen wij op deze
belangrijke materie nader terug te komen.
Landbouwpolitiek op korte termijn
Bij de hernieuwde bezinning over doel
einden en middelen van de landbouwpolitiek
op langere termijn blijkt de georganiseerde
landbouw echter geenszins zijn ogen te
sluiten voor verbetering van het prijsbeleid
op korte termijn. Integendeel, ook hieraan
wordt momenteel alle aandacht besteed.
Weliswaar moet het prijsbeleid thans mede
worden bezien in het licht van de beslissin
gen van de E.E.G.-ministerraad, waardoor,
volgens minister Marijnen, „het tot nu toe
gevoerde nationale prijsbeleid, waarbij wij
een geheel eigen systematiek hanteerden, ge
leidelijk zal worden vervangen door een
Europees prijsbeleid, waarin het zeker is, dat
de kostprijzen geen of althans een veel meer
ondergeschikte rol zullen spelen", doch voors
hands bestaat op nationaal niveau nog vol
doende ruimte voor verbeteringen. Trouwens,
de noodzaak daartoe wordt steeds meer be
seft, niet in het minst met het oog op de
versterking van de concurrentiepositie in de
Gemeenschappelijke Markt, waarbij onze
land- en tuinbouw in staat moeten worden
gesteld zich nog beter toe te rusten.
Aanpassing aan E.E.G.-beleid
De beslissingen, welke na de slopende zit
ting van de Raad van Ministers in de E.E.G.
zijn getroffen, houden de gemoederen nog
steeds bezig. Het is nog niet duidelijk of men
de landbouwverordeningen waarbij de
markten van een aantal produkten via een
intern heffingssysteem worden aaneenge
smeed optimistisch of pessimistisch moet
bezien. Dit zal met name afhangen van de
verdere uitwerking en van de vraag of de
partnerlanden gemakkelijk en veelvuldig ge
bruik zullen maken van de ontsnappings
clausule.
Inmiddels wordt in Brussel thans wel hard
gedokterd aan de uitwerking van de be
sluiten. Wanneer men echter bedenkt, dat de
hoogte van de heffingen, de omrekenings
coëfficiënten voor veredelde produkten, de
richt- en interventieprijzen, de marktprijzen
en de sluisprijzen, nog moeten worden vast
gesteld, terwijl over tal van toe te passen
discussierapport Landbouwschap uitstekend uitgangspunt voor nadere bezinning op toe
komstige ontwikkelingen;
prijsbeleid moet versterking concurrentiekracht mogelijk maken door ruimte te scheppen
voor noodzakelijke omschakeling en aanpassing;
in land- en tuinbouw is voor Ui miljard gulden geïnvesteerd
discussie over afschaffing teeltregelingen in de tuinbouw.
126