lidmaatschap van de Centrale Bank is een
voldoende (en de best denkbare) garantie
voor de Zuivelbank, dat zij in staat zal zijn
en blijven haar taak te vervullen, ook als
haar eigen middelen tekort zouden schieten.
Van dit laatste is trouwens in de laatste tijd
in het geheel geen sprake. De Zuivelbank is
momenteel niet aangewezen op krediet.
Wij hebben, aldus prof. Minderhoud, aan
de Zuivelbank een krediet in rekening
courant van 15 miljoen aangeboden, iedere
vijf jaar in onderling overleg te verlengen,
respectievelijk te wijzigen, tegen de debet
rente, welke aan leden wordt berekend.
Als voorwaarden werden daarbij gesteld:
le. dat de directie van de Coöperatieve
Zuivelbank de directie van de Centrale
Bank op de hoogte zou houden van de
richting, waarin de kredietverlening van
de Coöperatieve Zuivelbank zich be
woog en van het voornemen om kredie
ten van grotere omvang te verstrekken;
2e. dat de Coöperatieve Zuivelbank tijde
lijk overtollige middelen tegen het voor
alle leden geldende tarief bij de Centrale
Bank zou plaatsen;
3e. dat de Coöperatieve Zuivelbank bij de
acquisitie van spaargelden wrijving met
de boerenleenbanken zou vermijden en
geen bijkantoren buiten Leeuwarden zou
vestigen.
Bovendien verklaarde het bestuur zich be
reid, tezamen met de Coöperatieve Zuivel-
Hazerswoude - Koudekerk
Op 14 maart 1962 werd een bedrag van
zeven miljoen gulden aan spaargelden over
schreden en wel door een storting op het
jeugdspaarboekje van Marrie Qualm.Dit was
voor het bestuur aanleiding om de jonge
dame een nieuwe fiets aan te bieden.
De foto toont Marrie met haar moeder,
rechts de heer J. Th. Wesselingh, voorzitter
van het bestuur, en links de heer L. M. de
Boer, kassier van de bank.
bank de vraag te bestuderen of een in
organisatorisch opzicht aanvaardbare ver
houding tussen de Centrale Bank en de
Zuivelbank kon worden geschapen, waaraan
de bezwaren van de huidige verhouding niet
of in mindere mate zouden kleven.
Dit voorstel, dat bij schrijven van 24 augus
tus 1961 aan de Coöperatieve Zuivelbank
werd gedaan, is door haar verworpen. Zij
bleef bij haar eis van een groter krediet
20 miljoen) voor lange termijn (tien jaren)
en wees bovendien overleg met de Centrale
Bank over het gebruik ervan af, zelfs in de
beperkte vorm, waarin dit was voorgesteld.
Bovendien bleek de Zuivelbank niet bereid
tot plaatsing van haar overtollige middelen
bij de Centrale Bank tegen het voor alle
leden geldende tarief.
Het bestuur van de Centrale Bank meent
dat het met zijn voorstellen tot het uiterste is
gegaan. Het betreurt het zeer, dat desondanks
het bestuur van de Zuivelbank het voorstel
tot uittreden doet. Een band, die vijftig jaar
heeft bestaan en die zeer ten voordele van de
Zuivelbank en de Friese zuivelindustrie is
geweest, wordt onnodig doorgesneden.
Prof. Minderhoud zeide ten slotte dat het
hem ten zeerste had bevreemd, dat het bestuur
van de Zuivelbank in de uitvoerige toelich
ting, die zij met haar voorstellen aan haar
leden heeft gezonden, met geen woord mel
ding heeft gemaakt van het aanbod dat de
Centrale Bank haar met de brief van
24 augustus 1961 heeft gedaan.
125