Wat ons bezig houdt Alle leden zijn inmiddels op de hoogte gesteld van het bedanken van de heer J. L. Hoogland als lid van het bestuur van de Centrale Bank en het voorstel van het be- bestuur van de Coöperatieve Zuivelbank te Leeuwarden het lidmaatschap van onze orga nisatie te beëindigen. Op de volgende bladzijden zal nog in het kort worden aangegeven welk standpunt de Centrale Bank in deze aangelegenheid heeft ingenomen. Men vindt daar de voornaamste punten van de rede, die professor Minder- houd heeft gehouden voor de bijeenkomsten, die de ringen Leeuwarden, Noord-Oost- Friesland, Joure en Wommels hebben ge houden te Leeuwarden en Sneek, respectieve lijk op 30 maart en 6 april jl. en van de in leiding, die ir. Keyser heeft gehouden voor de ring Oosten van Friesland op 13 april te Donkerbroek. Het aandeel van de aangesloten banken in de financiering van de kottervisserij is ge durende de laatste jaren sterk toegenomen. Teneinde de problemen, die zich hierbij voor doen, gezamenlijk te bespreken werd ten kantore van de Centrale Bank een bijeen komt gehouden met een tiental banken, welke bij deze kredietverlening betrokken zijn. Op verzoek van de Centrale Bank werd de vergadering bijgewoond door drs. A. G. U. Hildebrand, hoofd van de afdeling Vis serij van het Landbouw-Economisch Insti tuut. In de besprekingen kwam duidelijk de wens naar voren aan de vissers leningen te verstrekken tot een hoger bedrag dan moge lijk is op grond van de normale scheeps- hypotheek. Dit vraagstuk wordt bestudeerd door de Commissie Ontwikkeling Zeevisserij, in 1959 ingesteld door de minister van Land bouw en Visserij, in de wandeling genoemd de Commissie Diepenhorst, welke echter nog geen rapport heeft uitgebracht. De aan wezigen achtten het van groot belang, dat het Rijk in deze steun zou verlenen, geenszins in de vorm van subsidie zoals in de ons om ringende landen doch met een garantie regeling conform het Borgstellingsfonds voor de Landbouw. Een ander punt, dat veel aandacht had, was de verzekering van het schip. Zowel in het belang van de kredietnemer als van de bank is een verzekering met zo ruim moge lijke dekking noodzakelijk. Ten slotte werd nog gesproken over de be sommingen, die bij de bank worden gestort, eensdeels op geblokkerde rekening voor rente en aflossing, voor het overige om er de lopende bedrijfsuitgaven mede te financieren en om te sparen voor een 4-jaarlijkse survey en verdere investeringen. Ook in dit opzicht kan via de kredietver lening de relatie met een cliënt verder worden uitgebouwd. In onze circulaire van 9 maart jl. is mede deling gedaan van het in werking treden van de regeling van de Nederlandsche Bank met betrekking tot de binnenlandse kredietver lening aan de particuliere sector. Reeds een maand nadat de regeling van toepassing is verklaard, heeft ook onze orga nisatie de voor haar gestelde grenzen overschreden. Zoals bekend is, wordt de Raiffeisenorganisatie voor de toepassing van de kredietbeperkingsmaatregelen als één bank beschouwd. De Centrale Bank is op grond daarvan verplicht, tot het totaal be drag van de overschrijding door de organi satie, een renteloos depot bij de Nederland sche Bank te stellen. Op korte termijn zal aan die aangesloten banken, die gezamenlijk deze overschrijding hebben veroorzaakt, mededeling worden ge daan van hun aandeel in de kosten van het depot. De banken zullen hier zeer zeker een aansporing in vinden de relevante krediet verlening nog eens grondig onder de loep te nemen. Nagegaan moet worden of be staande rekening-courantkredieten wel ge heel „omlopen" en nieuwe kredietaanvragen moeten kritisch worden bekeken. Daar echter het krediet in lopende rekening in deze tijd van het jaar voor een groot deel verstrekt DE COÖPERATIEVE ZUIVELBANK LEEUWARDEN KOTTERVISSERIJ KREDIETBEPERKING 122

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 4