Zekerheidstelling bij glasopstanden De achter ons liggende jaren hebben een grote uitbreiding te zien gegeven van het z.g. glasareaal. Bij de uitbreiding daarvan is vaak een beroep gedaan op de raiffeisenbank/ boerenleenbank. Het is te verwachten, dat ook in de toekomst de investeringen in de glas tuinbouw nog zullen groeien en dat daarbij, evenals voorheen, de railfeisenbank/boeren- bank de helpende hand zal moeten bieden. De betrokken banken zullen ernaar willen streven, voor de leningen, die ten behoeve van deze investeringen verstrekt worden, zo deugdelijk mogelijke zekerheidsrechten te bedingen. Voor de financieringen in de tuin bouw geldt, evenals bij alle financieringen, dat de persoon van de aanvrager bij de be oordeling van de aanvraag een beslissende plaats inneemt. De bank moet de overtuiging hebben, dat de aanvrager betrouwbaar en voldoende vakbekwaam is. Pas dan komt hij voor financiering door de bank in aanmer king. Dit alles neemt echter niet weg, dat ook de te stellen zekerheid voor de bank van grote betekenis is. Pachtbedrijven Helaas zal men niet onder alle omstandig heden een goede zekerheidsconstructie kun nen vinden. Dit is toe te schrijven aan de onvolmaaktheid van onze wetgeving. Vele tuinders oefenen hun bedrijf uit op gepachte grond. Zij willen echter met hun investerin gen niet bij de eigenaarsbedrijven ach terblijven. De eigenaarsbedrijven kunnen betrekkelijk gemakkelijk voor de uitbreiding van hun warenhuizen en kassen gelden bij de plaatselijke bank lenen. Zij kunnen immers aanbieden, hun grond met hypotheek te be zwaren. Deze mogelijkheden bestaan voor het pachtbedrijf niet. Niettemin staat de tuinder op gepachte grond evenzeer voor de nood zaak in zijn bedrijf investeringen aan te brengen. De raiffeisenbanken/boerenleenbanken, die in de tuinbouwstreken gelegen zijn, hebben het als hun taak beschouwd, ook voor de tuinders, die hun bedrijf op gepachte grond uitoefenen, financieringen mogelijk te maken. Men zou het als een onbillijkheid be schouwen, wanneer de tuinder op gepachte grond de mogelijkheden tot uitbreiding van zijn bedrijf, waarover de tuinder op eigen grond beschikt, onthouden zouden worden. De glasopstanden, die door de tuinder op ge pachte grond worden gebouwd, kunnen als zodanig niet worden overgedragen. Deze glasopstanden zullen immers in de regel on roerend zijn. De Hoge Raad (ons hoogste rechtscollege) heeft uitgemaakt, dat on roerende opstallen niet als zodanig overge dragen kunnen worden. De pachter is geen eigenaar van deze opstallen, ook al heeft hij deze met eigen geld gebouwd. Het Burgerlijk Wetboek bepaalt namelijk, dat de eigenaar van de grond (in ons geval de verpachter) de eigendom verkrijgt van alles wat op de grond gebouwd wordt, ongeacht of deze bouw ge schiedt door hemzelf of door een ander. Recht van opstal In voorkomende gevallen wordt de vol gende constructie gebezigd: de verpachter verleent aan de pachter bij afzonderlijke verklaring de bevoegdheid, om de op kosten van de pachter gestichte opstallen te allen tijde af te breken. Deze afbraakbevoegdheid wordt vervolgens aan de bank gecedeerd. Op die wijze heeft de bank de bevoegdheid ver kregen, om de door de pachter op gepachte grond gestichte opstallen te allen tijde af te breken en zich de afkomende materialen toe te eigenen. Dit afbraakrecht levert alsdan voor de bank haar zekerheidsrecht op. Deze constructie kan alleen gebezigd worden als de door de pachter geplaatste bouwwerken ge makkelijk afgebroken en zonder aanmerkelijk waardeverlies elders weer opgetrokken kun nen worden. Het laat zich inzien, dat een dergelijk af braakrecht een zwak zekerheidsrecht is. Daarom is dan ook het Onderling Waarborg fonds bereid gebleken garanties af te geven wanneer door pachters geldleningen bij de bank worden aangegaan, bestemd voor de bouw van kassen en warenhuizen op gepachte grond. Men zie de circulaire van de Centrale 155

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 37