Interessant vinden xvij hetgeen de heer Bakker op merkt over de relatie van de cliënten met het be stuur en de kassier. Wij betwijfelden in ons onder schrift bij het stuk van de heer v. d. Berg reeds of de zienswijze van „Gruno" wel voor alle banken op gaat en vroegen daarom naar de ervaringen van anderen. De heer Bakker wijst er naar onze mening terecht op, dat de cliënt weet, dat alles wat op de bank binnenkomt door de molen van de bestuurs vergaderingen gaat. Kassier of secretaris als notulist? Geachte Redactie, Uit uw naschrift (R.B. februari 1962) op het in- gezondene van de heer J. Tromp, kassier van de Coöperatieve Boerenleenbank „Heerhugowaard-Raad- huisplein", heb ik gemeend te kunnen opmaken, dat het van uw zijde als geen bezwaar wordt aange voeld, wanneer door de kassier de notulen van de bestuursvergadering zouden worden gemaakt. Even wel onder voorbehoud, dat de secretaris verantwoor delijk blijft voor de juiste samenstelling. Hierin schuilt mijns inziens nu de moeilijkheid. Gebruikelijk is dat door de notulist aantekeningen worden gemaakt, die later (liefst zo spoedig moge lijk) worden uitgewerkt. Noodzakelijk zal het dan ook zijn, dat indien de kassier notulen uitschrijft door de secretaris even eens volledige aantekeningen moeten worden gehou den van het verhandelde op de bestuursvergadering. De secretaris zal bij het voorlezen van de notulen deze aan de hand van zijn gehouden aantekeningen moeten controleren op de juistheid van de samen stelling, of de kassier zal de gemaakte concept-nu- tulen aan de secretaris ter akkoordverklaring moeten toezenden. Als secretaris van het Proefstation te Alkmaar, waar door de administrateur de notulen van de be stuursvergaderingen worden gemaakt, valt het mij steeds weer op, wanneer de concept-notulen mij ter beoordeling worden toegezonden om deze bij akkoord verklaring te paraferen, hoe moeilijk het is deze, zonder gehouden aantekeningen op haar juistheid te beoordelen. Wel ben ik het met de redactie eens dat het uiter aard voor de kassier gemakkelijker is de details van het verhandelde vast te leggen, daar alle gegevens te zijner beschikking zijn. Toch meen ik dat het bestuur steeds moet streven de notulen door de secretaris te laten maken en lijkt mij dit het meest juist, temeer daar in ieder geval de secretaris volledige aantekeningen zal moeten houden ongeacht welke gedragslijn wordt gevolgd. Hoogachtend, K. van Nienes, voorzitter bestuur van de Coöperatieve Raiffeisenbank Langedijk-Noord te Oudkarspel. Naschrift van de redactie Wij begrijpen de moeilijkheid, waarop de heer Van Nienes doelt. Wij hebben daarom in ons onderschrift bij het stuk van de heer Tromp laten uitkomen, dat voor het antwoord op de vraag of de kassier dan wel de secretaris de notulen van de vergadering maakt, het praktische niet de doorslag zou moeten geven. In dien een secretaris in de noodzaak verkeert zelf uit voerige aantekeningen van het verhandelde te maken, daar hij anders de door de kassier gemaakte notulen niet op hun juistheid kan toetsen, heeft het weinig voordeel de kassier als notulist aan te stellen. De secretaris kan het dan beter direct zelf doen. Ander zijds zal een secretaris soms aan enkele summiere eigen aantekeningen voldoende hebben, om te weten of de kassier-notulist het besprokene goed weergege ven heeft. In dat geval kan naar onze mening het bestuur de uitwerking van de notulen veilig aan de kassier overdragen. Een principieel punt is hier niet in het geding. Immers ook al „maakt" de kassier de notulen, de vaststelling van de notulen geschiedt eerst, als zij door het bestuur zijn goedgekeurd. Het lijkt ons in ieder geval gewenst, dat de secretaris de door de kassier gemaakte concept-notulen van tevoren con troleert en deze bij akkoordbevinding parafeert. Directeur of kassier Geachte Redactie, Met intresse heb ik het stuk gelezen van de heer L. Segaar, directeur van de Coöperatieve Raiffeisen bank „Oostelijk Flevoland" W.A. en het hierop door u gegeven naschrift. Natuurlijk zal men zich niet steeds aan het oude kunnen vasthouden en dient men een open oog te hebben voor eventuele veranderingen die zich op velerlei terrein voordoen. Zo moeten wij met onze raiffeisenbank/boerenleenbank zowel intern als naar buiten onze tijd verstaan en waar nodig ons aanpas sen. In hoeverre dit tevens geldt wat de naamswij ziging kassier/directeur betreft is niet zo in enen te bezien en dit zal plaatselijk veel verschillen. Ook zijn er naar ik meen nog wel banken, waar de voorzitter van het bestuur in naam wel directeur wordt ge noemd. Hoewel de naam „directeur" wel goed klinkt, heb ik toch een andere opvatting van „directeur" en meen dat deze dan ook bepaalde bevoegdheden moet hebben. Hiertegen zou door vele besturen nog wel bezwaar worden gemaakt, maar dit zal elke bank voor zich zelf moeten uitmaken. Waar ik wel terdege bezwaar tegen heb, is waai de geachte heer Segaar schrijft: „Het lijkt mij goed als er in de organisatie één lijn getrokken wordt". Meent de heer Segaar dat ook aan andere banken moet worden opgelegd de naam van de kassier te wijzigen in directeur? Wanneer dit niet zo is wilt 145

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 27