Zo hebben in Oostenrijk o.a. belangrijke reducties op de spoorwegtarieven ertoe ge leid, dat 20 van de toeristen hun vakanties aldaar buiten het seizoen doorbrengen. In België hebben speciale prijsverlagingen een stijging van 20 °/o in het toeristenverkeer gedurende de maand juni 1960 ten gevolge gehad, vergeleken met de maand juni 1959. Verschillende andere landen (niet in de laatste plaats ook ons eigen land) blijven evenwel bij deze ontwikkeling ten achter. zijn vooral de bevolkingsaanwas, de groei van het persoonlijk inkomen, de verlenging van de vakanties en de toekenning van de vakantietoelagen. Volgens de laatste berichten heeft 45 °/o van alle volwassen Westduitsers, tegenover 40 °/o van alle volwassen Amerikanen, ge durende 1961 een toeristenreis gemaakt, waardoor West-Duitsland in dat jaar de grootste bijdrage tot de uitbreiding van het toerisme heeft kunnen leveren. JBPTBU Verdere uitbreiding Er is alle aanleiding te verwachten, dat het toerisme, nationaal zowel als internationaal, zich in de komende jaren nog verder zal ont wikkelen. In dit verband ondernomen studies hebben aangetoond, dat bij de toeristen de tendens bestaat langer en verder te reizen. Factoren, die tot deze ontwikkeling bijdragen Van alle privé-uitgaven van de West duitsers zijn die ten behoeve van de vakantie besteding het snelst gestegen. De Deutsche Bundesbank raamt, dat Westduitse toeristen gedurende 1961 rond 31/2 miljard mark in het buitenland hebben uitgegeven, hetgeen, vergeleken met 1960, een stijging van niet minder dan 25 °/o zou betekenen. 1961 117

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 39