Onze circulaires Groep 0 Algemeen 0.30 d.d. 15 februari 1962: ten behoeve van het jaarverslag van de aangesloten banken werd door de Centrale Bank jaarlijks een korte algemene bijdrage geleverd. Voor dit jaar werd verwezen naar het artikel in de R.B. van januari jl. ,,De Raiffeisenorganisa- tie in 1961". De verschillende gegevens, die uit dit artikel kunnen worden overgenomen, kunnen worden aangevuld met gegevens, die van plaatselijk belang zijn. 0.55 d.d. 28 februari 1962: in verband met de aanhoudende groei van onze organisatie is het gewenst, dat gestreefd wordt naar een goede opleiding van de personen, die nu en in de toekomst een leidinggevende positie bij de plaatselijke banken bekleden. Daartoe dient verdere studie op het gebied van het bankwezen en de administratie te worden aanbevolen, zowel voor directeur/kassier als voor de overige personeelsleden. De Centrale Bank beveelt daarom het geven van een tegemoetkoming in de studie kosten, alsmede een gratificatie bij het be halen van het diploma, aan. Op een bijge voegde bijlage zijn de toe te kennen bedragen vermeld. Groep 1 Overheidsbetalingen 7.10 d.d. 15 februari 1962: aan de banken werd bericht, dat met ingang van 1 maart de provisie voor de uit te betalen maandelijkse pensioenbedragen van het Bedrijfspensioen fonds voor de Landbouw werd gebracht op 0,20 per post. Groep 8 Buitenland 8.20 d.d. 28 februari 1962: aangezien de afdeling Vreemdgeld van de Centrale Bank, vooral in het reisseizoen, wordt overstelpt met aanvragen uit de kring van onze ruim 700 leden-banken, wordt de medewerking van de aangesloten banken ingeroepen voor het goed doen functioneren van de betrokken afdeling. Met ingang van 1 maart zullen alle aangesloten banken dagelijks onze koerslijst ontvangen. Nadere richtlijnen met betrekking tot het aanvragen en verhandelen van vreemd geld werden gegeven. Studieschema Voor hen, die menen de geschiktheid te hebben om een leidinggevende functie, hetzij als directeur/kassier, hetzij als procuratie houder of als afdelingschef,bij een raiffeisen- bank/boerenleenbank te kunnen vervullen en die bereid zijn zich daartoe door middel van studie te bekwamen, kan het volgende studieschema worden opgesteld: Algemene ontwikkeling minimum: U.L.O. aanbevolen: praktijkdiploma Nederlandse handelscorrespondentie van de Ned. Associatie voor praktijk diploma's, H.B.S.-A of -B. Administratief technische ontwikkeling minimum: praktijkdiploma boekhouden van de Ned. Associatie voor praktijkdiploma's aanbevolen: M.B.A., S.P.D., M.O. boek houden/handelswetenschappen. Banktechnische ontwikkeling minimum: de hierboven aangeduide „spe ciale boerenleenbankkennis" aanbevolen: algemene bankcursus. Assurantietechnische ontwikkeling minimum: Verzekeringsagent (diploma C) aanbevolen: Erkend assurantie-agent (diplo ma B), Assurantiebezorger (di ploma A). 115

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 37