Financiering van de visserij door raiffeisenbanken/boerenleenbanken Verwantschap tussen vissers en landbouwers Zoals drs. Hildebrandt in een artikel over landbouw en visserij in de „Raiffeisen-Bode" van november 1959 reeds schreef hebben vis sers en landbouwers veel gemeen. In de eerste plaats verzorgen zij beiden de oerpro- duktie van plantaardige en dierlijke grond stoffen voor de menselijke consumptie. Beiden zijn daarbij in hoge mate afhankelijk van de natuuromstandigheden. Dit brengt mede, dat schommelingen in het aanbod van het produkt kunnen optreden, welke gezien de over het algemeen geringe elasticiteit van de vraag naar voedingsprodukten een on gunstige invloed op de prijs kunnen hebben. Beide beroepen worden in de vrije natuur uitgeoefend. Voorts is een typisch kenmerk van zowel het landbouw- als het visserijbe drijf, dat het overwegend als familiebedrijf wordt uitgeoefend. Gezien* deze verwantschap is het dan ook niet zo verwonderlijk, dat, naar gebleken is, ook vele vissers zich thuis voelen in het klimaat van de raiffeisenbanken/boerenleen- banken, die van oudsher door agrariërs zijn opgericht. Vele vissers wendden zich reeds voor hun financiële behoeften tot deze ban ken. Onverschillig of deze behoeften liggen in de breng-sfeer (sparen) of in de haal-sfeer (kredietverlening). Visserij en raiffeisenbanken In het visserijbedrijf is voornamelijk be hoefte om gelden te lenen voor de financie ring van de aanschaffing van schepen. De voornaamste bronnen voor deze finan ciering voor zover deze met vreemde mid delen geschiedt zijn: de scheepshypotheekbanken enkele handelsbanken de raiffeisenbanken/boerenleenbanken particulieren, waaronder leveranciers. Vele vissers sparen bij de raiffeisenban- ken/boerenleenbanken of zijn daarvan lid. Het gedecentraliseerde apparaat van de raif- feisenorganisatie leent zich bij uitstek om financieringen te verkrijgen, welke afgestemd zijn op de behoeften van de visserij. Kennis van plaatselijke omstandigheden en van de persoon van de kredietnemer, alsmede van het door hem als familiebedrijf uitgeoefende visserijbedrijf, is van grote betekenis voor het welslagen van een kredietverlening. Aan deze voorwaarden voldoen de raiffeisen- banken/boerenleenbanken. Dit blijkt ook uit de praktijk: met alle daarvoor in aanmerking komende banken van de raiffeisenorganisatie onderhouden zeevissers relaties. Hetzij als spaarder, hetzij als kredietnemer, hetzij in beide functies. Dit aantal vissers ligt dichter bij de 10.000 dan bij de 1000. De vissers blijken zich in het milieu van die banken thuis te voelen. Dit vindt ongetwijfeld zijn oorzaak daar in, dat de voorwaarden, waarop kredieten bij die banken kunnen worden verkregen, niet al leen naar tarief, maar ook overigens aange past zijn aan de specifieke behoeften dier vissers. Daarnaast is ook de bevordering van het sparen voor de vissers van groot be lang, waarvoor deze banken eveneens de ge legenheid geven. In het algemeen kan men stellen, dat de raiffeisenbanken/boerenleenbanken vaste le ningen verstrekken voor de financiering van de aanschaffing van een schip tot 50 °/o van de waarde van dat schip, inclusief de in het schip aangebrachte voorzieningen. Men zal zich afvragen waarom de bank daarbij niet tot een hoger percentage finan ciert. In de sector van de vaste goederen is immers hypotheekverstrekking tot 60 of Op 10 februari jl. heeft jhr. mr. C. Grevenonderdirecteur van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank, op de Volkshogeschool te Bakkeveen een inleiding gehouden voor een bijeenkomst van waddenvissers. Wij geven deze inleiding hieronder in beknopte vorm weer. 108 Financiering van schepen door raiffeisenbanken/boerenleenbanken

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 30