materiaal verder kan uitbreiden. Het rente tarief is echter zo laag, dat daarvan bepaald geen stimulans kan uitgaan, welke de af neming van dat oktoberpapier sterk in de hand zou kunnen werken. Nieuwe staatslening De belangrijkste afromingsoperatie is echter ongetwijfeld de uitgifte van de nieuwe staatslening geweest, waarvoor zoals bekend de inschrijving op 5 maart jl. openstond. Op basis van de koers van uitgifte ad 991/4 °/o zal voor deze nieuwe staatslening, die nomi naal 300 miljoen beloopt, op 22 maart 2973A miljoen op tafel moeten worden ge legd. Uit de officiële toelichting kon men duidelijk opmaken, dat de opbrengst niet dient tot dekking van budgettaire uitgaven. In welk verband in herinnering kan worden gebracht, dat het Rijk uit dien hoofde dit jaar volgens de oorspronkelijk in september inge diende begroting niet alleen in het geheel geen beroep op de kapitaalmarkt zou hebben te doen, maar zelfs nog een overschot van globaal 150 miljoen ter beschikking zou hebben. Dat neemt niet weg, dat de schatkist bij het geboden rendement van slechts 4,072% zeer voordelig aan dat geld is ge komen. Het behoeft verder geen betoog, dat de voortgezette afroming van de kapitaal markt een verdere daling van de rentevoet verhindert. Ook op de geldmarkt is trouwens in de loop van februari gaandeweg een toenemen de verkrapping aan de dag getreden. Kon in het begin van de maand het tarief voor dag geld in enkele dagen tijds, door een verlaging met telkens V4 van HA tot 3A wor den teruggebracht, tegen het einde van de maand heeft het omgekeerde plaats gevonden en werd, eveneens in twee etappes, weer tot DA teruggekeerd. Monetaire samenwerking Een derde factor die bij dit alles in het spel is geweest, is de monetaire samenwerking met de Federal Reserve Bank van New York. Van de zijde van de Nederlandsche Bank zijn hierover geen exacte gegevens verstrekt, af gezien van die, welke zich in de weekstaat weerspiegelden. Deze laatste wezen uit dat de deviezenvoorraad van de Nederlandsche Bank verminderde en daartegenover het tegoed van de buitenlandse circulatiebanken (tijdelijk belegd in schatkistpapier) steeg. Aldus drong zich de indruk op, dat de Neder landsche Bank dollars had afgegeven, welke door Nederlandse handelsbanken tegen gul dens werden verkocht ter uitzetting in het buitenland. Aldus kon van de hogere rente aldaar voordeel worden getrokken. Daarvoor dienden deze banken echter er van verzekerd te zijn, op termijn, na drie maanden, de buitenlandse valuta weer tegen zodanige koersen op termijn te kunnen verkopen dat de rentebaten aantrekkelijk genoeg bleven. Dat laatste schijnt mogelijk te zijn gemaakt door bedoelde samenwerking tussen de Neder landsche Bank en de centrale bank der Ver enigde Staten, die door guldens tegen dollars te kopen en op drie maanden te verkopen, die termijnkoersen op de wisselmarkt in de hand kan houden. (Dergelijke overeenkomsten zijn door de Eederal Reserve Bank van New York met een groot aantal Europese circulatie banken, o.a. Zwitserland, Italië en Frankrijk afgesloten.) Anders zou de kans groot zijn geweest, dat de koers voor termijndollars zo sterk zou dalen, dat bij omzetting van dollars in guldens, na afloop van de uitzetting in het buitenland verliezen zouden ontstaan, die de rentebaten zouden opslokken.Men heeft hier bij in feite met een belangrijke steun aan de dollar te doen en indirect ook aan het pond, al is de positie van de Britse valuta de laatste tijd, dank zij vooral de getroffen steunmaat regelen (via Internationaal Monetaire Fonds) reeds belangrijk verbeterd. Indirect zijn zulke steunmaatregelen van die wereldvaluta ook in het belang van de andere valuta's, omdat ten slotte elk land belang heeft bij het behoud van het internationale monetaire evenwicht en het afwenden van nieuwe devaluatie gevaren. Kredietbeperking Als klap op de vuurpijl is dan juist na het 101

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 23