landbouw te vergroten. Dat geldt zeer zeker
voor het gemengde bedrijf, dat dikwijls door
allerlei oorzaken voor de noodzaak staat
wijzigingen in de bedrijfsvoering aan te
brengen. Omdat de kosten van het laten bij
houden van een bedrijfseconomische boek
houding door de boer nog wel eens als een
bezwaar worden gezien, was het verheugend
van de heer Berings te vernemen, dat de
kosten aanmerkelijk kunnen worden ver
minderd, wanneer de aankoopvereniging er
toe overgaat jaarlijks een overzicht te ver
strekken van de leveranties, gespecificeerd in
een aantal groepen. Bovendien zal het Rijk in
de zandstreken subsidie gaan verlenen, waar
door de kosten van een bedrijfseconomische
boekhouding voor de boer zullen verminderen.
Als laatste spreker hield de heer Veltman,
medewerker van het Proefstation voor de
Akker- en Weidebouw, een inleiding over
het samenspel tussen banken, boekhoud-
bureaus en landbouwvoorlichtingsdienst. Als
uitgangspunt van zijn betoog stelde hij de
dienstverlening aan de boer. Om dat doel op
een efficiënte wijze te bereiken is het van be
lang dat er een goede samenwerking bestaat
tussen de drie genoemde instellingen. Het
samenspel zal slagen wanneer partijen elkaar
goed verstaan, hetgeen bevorderd kan wor
den door een regelmatig onderhouden van
contact. In enkele provincies bestaan reeds
gespreksgroepen, waarin de verschillende in
stanties zijn vertegenwoordigd. Verder be
staat sinds kort voor de boekhoudbureaus de
mogelijkheid hun personeelsleden te laten
deelnemen aan de opleidingscursus in Woud-
schoten, die uitgaat van de landbouwvoor
lichtingsdienst.
Deze contacten zullen er mede toe kunnen
bijdragen, dat bij de verschillende instanties
overeenstemming bestaat in denkwijze.
Na afloop van de inleidingen werd een
korte pauze gehouden, waarin aan de be
zoekers mapjes werden uitgereikt met lectuur
over de verschillende kredietmogelijkheden
bij onze beide organisaties.
Op beide bijeenkomsten was een forum
samengesteld, waarin een aantal functiona
rissen van de verschillende organisaties
zittting had genomen. Dat voor de ge
houden inleidingen grote belangstelling be
stond, was duidelijk te merken aan de vele
vragen, die aan het forum werden gesteld.
Wij menen dan ook wel te mogen stellen,
dat deze twee bijeenkomsten een succes ge
noemd mogen worden en bepaaldelijk in een
behoefte hebben voorzien.
97