Registratie voorschot- en kredietverlening De omvang van het bedrag aan uitstaande voorschotten en debetsaldi in lopende rekening neemt bij de aangesloten banken van jaar tot jaar toe. In de loop van 1961 heeft dit bedrag de 1.500 miljoen reeds overschreden, terwijl de maandelijkse toe neming zich op een ongekend hoog niveau blijft bewegen. De behoefte aan meer gedetailleerde cijfers betreffende devoorschot- en kredietverlening doet zich om deze reden sterker gevoelen. De gedachten gaan er niet alleen naar uit te be schikken over detailcijfers van de in de toe komst te verstrekken posten, doch ook om meer gegevens te verkrijgen van de reeds verleende voorschotten en kredieten. Hiertoe zal een ponskaartenadministratie worden in gericht. te noteren. Op deze wijze kan een nauwkeurig beeld worden verkregen van de ontwikkeling van de voorschot- en kredietverlening. Dit is vooral van belang met het oog op de liquiditeit en de solvabiliteit. De gegevens betreffende de overeenge komen aflossingen zullen inzicht geven in de grootte van het bedrag, dat jaarlijks als ver plichte aflossing behoort binnen te komen. Gezien het zeer belangrijke bedrag aan uit staande voorschotten wordt jaarlijks voor tientallen miljoenen aan aflossingen ont vangen. De taak van de aangesloten bank om voor schotten en kredieten te verlenen vereist, vooral als de aanwas van de toevertrouwde middelen tot stilstand zou komen, inzicht in de te verwachten aflossingen, daar dan alleen met de aldus verkregen middelen aan de vraag naar voorschotten en kredieten kan worden tegemoet gekomen. Bovendien zijn, in verband met de opvraagbaarheid van de spaargelden, exacter gegevens omtrent de looptijd van de uitstaande voorschotten gewenst. Ten aanzien van de solvabiliteit zijn niet alleen de gestelde zekerheden van belang, doch dient tevens aandacht te worden ge schonken aan de mate, waarin de aangesloten banken zijn betrokken bij de financiering van de diverse soorten van bedrijven. De uitvoering van dit in het kort aange geven plan zal voor onze banken, vooral wat de gegevens betreft van de per 1 januari 1962 uitstaande voorschotten en kredieten, extra werk met zich brengen. De belangen van onze organisatie en daarmee van de aange sloten banken zullen hierdoor gediend worden. Door onvoorziene omstandigheden moest het februarinummer van de R.B. later dan gebruikelijk verschenen. Over elk per 1 januari 1962 bij de aange sloten banken uitstaand voorschot en krediet zullen in de loop van 1962 bepaalde gegevens worden gevraagd. Voor ieder voorschot en krediet zullen deze gegevens in een ponskaart worden opgenomen, waarna door middel van sortering en telling zowel het aantal, als het uitstaande bedrag van voorschotten en kredieten naar diverse kenmerken kunnen worden vastgesteld. Voor de in 1962 te ver strekken posten zullen aan de hand van de op de maandstaten vermelde gegevens pons kaarten worden vervaardigd, waardoor op het eind van 1962 de gehele voorschot- en kredietverlening op ponskaarten zal zijn vastgelegd. Met behulp van deze ponskaarten zullen begin 1963 per bank staten worden vervaardigd, waarop alle uitstaande voor schotten en kredieten zijn vermeld. De aangesloten banken zullen dan worden uit genodigd op deze staten de saldi van voor schotten en kredieten per 31 december 1962 Redactie 49

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 11