steeds grotere eenheden gaat samenwerken, teneinde de eigen positie te verstevigen. Onze leden hebben deze gedachte echter reeds vroeg verwezenlijkt in een centraal orgaan, dat hun belangen op breder terrein kan be hartigen. Wanneer een bank het ledenregister van de Centrale Bank tekent en zich aan een zekere controle onderwerpt, moeten wij ons terdege bewust zijn van de belangrijkheid van dit moment, juist omdat het zelfstandige kredietapparaat er toe heeft bijgedragen, dat onze plattelandsbevolking zich zonder hulp van buiten heeft kunnen ontwikkelen. Tegenover het prijsgeven van een deel van haar onafhankelijkheid opent zich evenwel voor het nieuwe lid een breed perspectief van nieuwe mogelijkheden. Wij wensen de Coöpe ratieve Landbouwersbank en Handelsver- eeniging „Vriezenveen" toe, dat zij een lang en dankbaar gebruik mag maken van de nieuwe samenwerking en prijzen onszelf ge lukkig met deze versterking van onze ge lederen. Werkbijeenkomsten in Overijssel en Gelderland Na de geslaagde werkbijeenkomsten in het noorden van het land zijn thans de ringen in Overijssel en Gelderland benaderd voor het houden van zulke bijeenkomsten voor alle be stuursleden, leden van raden van toezicht, kassiers en plaatsvervangend kassiers van de banken. Zo mogelijk zullen in deze provincies in de maanden februari en maart op ver schillende plaatsen vergaderingen worden gehouden. Het programma vermeldt enkele korte in leidingen door functionarissen van de Cen trale Bank over actuele onderwerpen betref fende het werk van de boerenleenbanken in deze tijd. Daarna zal er ruime gelegenheid zijn voor vragen en discussie. De inleidingen zijn mede afgestemd op de aanbevelingen, neergelegd in het werkpro gramma 1962, welk programma de hoofd lijnen bevat van het antwoord van onze Raiffeisenorganisatie op de conclusies van de Commissie Landbouwkrediet. Er zal op de werkbijeenkomsten gelegen heid worden gegeven stil te staan bij oude en nieuwe kredietvormen, bij mogelijkheden en moeilijkheden bij toepassing van de krediet vormen, bij de betekenis, plaats en wijze van werken van de kredietadviseur en bij meer onderwerpen, die samenhangen met het werk en de achtergronden daarvan van de functionarissen van de plaatselijke banken. Wij mogen verwachten, dat het oosten van ons land, evenals in de noordelijke provincies het geval was, grote belangstelling aan de dag zal leggen voor deze bijeenkomsten. De agrarische kredietverlening heeft tegenwoor dig veel aspecten en het is goed om daarover eens rustig van gedachten te wisselen. Werkprogramma 1962 Onze leden hebben dezer dagen een aantal exemplaren ontvangen van het „werkpro gramma 1962". Dit progamma omvat de conclusie van het urgentieprogramma zoals het overeenkomstig de inzichten van de cen trale ringvergadering door het bestuur van de Centrale Bank is aanvaard. Het werkprogamma is geen afgesloten ge heel van maatregelen, die naar aanleiding van het rapport Landbouwkrediet genomen worden of zouden kunnen worden, doch geeft een samenvatting van hetgeen de Raiffeisen organisatie thans ter verbetering van de landbouwkredietverstrekking kan onder nemen. De eisen, welke aan onze banken als kredietorganisatie worden gesteld, zijn voort durend aan verandering onderhevig. In de toekomst zal daarom dit werkprogramma de nodige aanvulling moeten ondergaan. De nieuwe salarisnormen Nog vlak voor het einde van het jaar kwam de salarisadviescommissie bijeen ter bespreking van de nieuwe salarisnormen. Behoudens een procentuele aanpassing voor loonronden, looncompensaties en gewijzigde omstandigheden voor de aangesloten banken, zijn de salarisadviezen van de Centrale Bank nog steeds gebaseerd op de normen, welke in 1955 werden vastgelegd. In de praktijk is gebleken dat door de ont-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 7