Proficiat Veenstreek Met deze woorden besluit de heer W. de Wit zijn boekwerkje „Tien jaren Waarborg- instituut voor de Veenstreek 19501960". Wij sluiten ons gaarne bij deze wens aan. En dit niet alleen voor het werk, dat het insti tuut in de afgelopen jaren in de veenstreek heeft verricht en tot stand heeft gebracht, maar ook voor het interessante en aantrekke lijke boekje, dat daarover werd uitgegeven. Uitvoerig beschrijft de samensteller welke economische toestanden er voor 1950 heer sten. In de drassige driehoek benoorden de Oude Rijn tussen Leiden en Woerden bracht de crisis van de dertiger jaren felle slagen toe. Later werd de vooruitgang geremd door het gebrek aan voldoende middelen om het platglas „om hoog te brengen". Taak van het instituut Het Waarborginstituut voor de Veenstreek stelde zich tot taak garanties te verlenen voor kredieten, die boerenleenbanken zouden ver strekken aan tuinders ter financiering van duurzame produktiemiddelen, bijvoorbeeld glasopstanden, voorzover de tuinder zelf niet voor genoegzame zekerheid kon zorgdragen. Het doel werd mede te werken aan de verbetering van levensvatbare bedrijven van vakbekwame tuinders. Het was niet de be doeling onrendabele tuindersbedrijven in stand te houden. Het instituut beperkte zijn medewerking tot het verstrekken van garanties, gaf dus zelf geen geldleningen. De eventuele verlie zen uit hoofde van de garanties zouden wor den omgeslagen over de verschillende deel nemende lichamen: Rijk, provincie, gemeen ten, veilingen en boerenleenbanken. Veel belangstelling De belangstelling voor de garantiekredie ten bleek bij de tuinders van stonde af aan zeer levendig te zijn. In de jaren 19501958 werden 556 aanvragen bij dit instituut inge diend. Ruim de helft werd toegewezen tot een bedrag van 2.083.593,—. Vooral de kleine bedrijven profiteerden ervan. De aanvoer op de veilingen nam ge stadig toe. De opbrengst van de bloementeelt werd zelfs vijfmaal zo groot. Uit beperkte onderzoekingen is gebleken, dat het netto inkomen in een tijdvak van 4 a 5 jaar ver dubbelde tot 7.000,Dit is zeer bevredi gend te noemen, ook wanneer men daarbij bedenkt, dat het nationale inkomen in de overeenkomstige periode met 34 °/o toenam. Geen verliezen In het boekje wordt verder gezegd, dat er bijna V3 meer afgelost werd dan bedongen was. 36

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 38