voor verruiming van kredietverlening in de land bouw. Toch geloof ik, dat de heer Wind zich te veel laat beïnvloeden door het voorbeeld dat hij noemde, welk geval een diepe indruk op hem blijkt te hebben ge maakt. Zonder dat geval te willen bagatelliseren, ben ik van mening, dat wij goed doen dat voorbeeld te rangschikken onder „door bijzondere omstandigheden extreme zaak uit de geschiedenis", waar we echter wel lering uit mogen trekken. Persoonlijk ben ik de mening toegedaan, dat wij persoonlijke borgstelling moeten beschouwen als een aantrekkelijke goedkope mogelijkheid van kredietver strekking in de landbouw en deze moeten aanvaarden. Met de redactie ben ik van mening, dat naast per soonlijke borgstelling getracht moeten worden een speciaal of een aangepast garantiefonds in het leven te roepen. Natuurlijk zou aan een dergelijk fonds premie moeten worden betaald, wat volgens mij voor verschillende kredietnemers veel acceptabeler zal zijn dan te moeten gaan bedelen bij 3de graads of verdere familieleden of vreemden om borgstelling af te dwingen. Ik schrijf bewust dwingen, want vaak moet op ge moed en medelijden worden gewerkt om persoonlijke borgstelling te verkrijgen. Persoonlijke borgstellingen verder dan de 2de graad zullen vaak weerstanden oproepen, vaak niet het minst door de handelingsbevoegdheid van de gehuwde vrouw. Mede hierdoor pleit ik om, naast persoonlijke borgstelling, de mogelijkheid te bestuderen in zo ruim mogelijke mate b.v. het Waarborgfonds C uit te brei den, met betaling van een billijke risicopremie. Zowel de ene als de andere manier blijft ter competentie van aanvrager. De diverse boerenleenbanken zullen beide cate gorieën aanvragers, individueel moeten bezien. Geachte redactie, ik hoop een steentje te hebben bijgedragen tot het welslagen van het gestelde pro bleem. Hoogachtend, P. G. Kruijthoff, secretaris bestuur Coöp. Boerenleenbank „Westmaas" Naschrift van de redactie Wij zijn het met de heer Kruijthoff vrijwel geheel eens, vooral als het inderdaad vaak voorkomt, dat „of) gemoed en medelijden" moet worden gewerkt om persoonlijke borgstelling te verkrijgen. Het is moeilijk een betrouwbare indruk te verkrijgen van de motieven waarom iemand zich borg stelt voor een ander. Daar om is het goed. dat de heren Wind en Kruijthoff hun mening hebben gezegd. Wij herhalen nog eens, dat wij op dit punt graag de zienswijze van onze lezers willen horen. In ons vorige naschrift zijn enkele vragen gesteld, die men zou kunnen beantwoorden. Rest nog te vermelden, dat de mogelijkheid van een ruimere toepassing van het Onderling Waarborgfonds afdeling C momenteel in studie is. 31

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 33