Sparend Nederland -2 "5 Kanttekeningen bij de cijfers Bij vergelijking van de verzamelbalans per 31 oktober met die per 30 november blijkt, dat in de maand november een aanzienlijke stijging van de creditgelden heeft plaats ge vonden. Deze is evenwel niet veroorzaakt door bijzondere omstandigheden, doch een gevolg van seizoensinvloeden. De door ak kerbouwer en bollenkweker ontvangen gel den bij verkoop van hun produkten worden bij onze boerenleenbanken gestort en dragen er toe bij, dat zowel de spaargelden als de creditsaldi in lopende rekening een aanwas vertonen, die uitgaat boven die in andere maanden van het jaar. Ook de debetsaldi in lopende rekening worden hierdoor beïn vloed, doch in het beloop van deze saldi komt dit niet tot uitdrukking door de ver hoogde kredietbehoefte van aankoopvereni gingen, suiker- en strokartonfabrieken. De uitbreiding van de post voorschotten bleef ook in november op hetzelfde niveau als in de voorgaande maanden. De ontwikkeling van de spaargelden bij onze aangesloten banken was in november eveneens gunstig. Het spaaroverschot, ten bedrage van 39,5 miljoen, was hoger dan dat in alle voorgaande maanden van 1961 en overtrof zelfs dat van november 1960. Volgens de voorlopige cijfers bedroeg het spaaroverschot bij onze banken in december 11,3 miljoen. Bij de bij Eindhoven aange sloten banken werd in december 12,6 mil joen gespaard en bij de Rijkspostspaarbank 11,0 miljoen. Mutaties oktober Mutaties november jan. Mutaties Jm november Saldo tegoed Tegoed in van het c c O bjo c c V bc e e V ba totaal Inlage Terug betalir Spaar- versch Inlage Terug- betalir (Z Ui Cl. v GO ho Terug betalii Spaar- versch 1/1 30/11 1/1 30/11 1961 Bib. Utrecht 120,6 95,8 24,8 134,7 95,2 39,5 1274,9 1005,1 +269,8 2658,9 2928,7 27,4 27,6 Bib. Eindh. 72,1 61,2 10,9 73,2 59,3 13,9 828,9 643,5 185,4 1551,6 1737,0 16,0 16,4 R.P.S. 75,1 68,8 6,3 69,1 66,2 2,9 880,4 723,7 156,7 2646,4 2803,1 27,3 26,5 Alg. Spaarb. 141,1 131,5 9,6 147,7 127,5 20,2 1673,5 1389,5 +284,0 2841,4 3125,4 29,3 29,5 408,9 357,3 51,6 424,7 348,2 76,5 4657,7 3761,8 +895,9 9698,3 10594,2 100,0 100,0 1960 Bib. Utrecht 102,4 84,0 18,4 118,1 84,2 33,9 1101,1 895,9 +205,2 2372,0 2577,2 27,6 27,5 Bib. Eindh. 59,3 48,9 10,4 62,1 47,5 14,6 687,2 554,8 132,4 1359,4 1491,8 15,8 15,9 R.P.S. 72,5 61,4 H,1 69,0 60,8 8,2 840,0 653,7 +186,3 2369,9 2556,2 27,5 27,2 Alg. Spaarb. 127,6 114,1 13,5 133,3 112,3 -f 21,0 1476,9 1226,7 +250,2 2505,4 2755,6 29,1 29,4 361,8 308,4 -f 53,4 382,5 304,8 77,7 4105,2 3331,1 +774,1 8606,7 9380,8 100,0 100,0 23

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 25