Hoewel de produktie ook in andere landen
bleef stijgen, was ook in 1961 onze agrarische
export van grote betekenis. Mede bemoeilijkt
door de revaluatie van de gulden, is de
export weliswaar enigszins afgenomen, doch
de uitvoer van land- en tuinbouwprodukten
vormt nog ruim een vierde deel van de totale
Nederlandse export en wat zeer belang
rijk is levert onze agrarische bedrijfstak
een exportsaldo van meer dan één miljard
gulden. Mede daardoor voorziet de Neder
landse landbouw bij een investeringscapa
citeit van 5 voor ruim 10 °/o in het
nationale inkomen.
Moeilijkheden bij de export werden vooral
ondervonden door de pluimveesector. Door
een toegenomen produktie in Duitsland, door
meer internationale concurrentie voor een
deel afkomstig van de overzijde van de
oceaan onderging de eierprijs een zeer
ernstige daling. Daarbij was onze kippen-
stapel, mede als gevolg van afschaffing van
de pluimveeteeltregeling, uitgebreid tot 50
miljoen stuks. De slachtkuikenmesterij nam
eveneens een grote vlucht, waarbij met name
de z.g. verticale binding en de contractering
van nog meer betekenis is geworden.
De enorme groei van de varkensstapel
heeft zich in 1961 in sterke mate voortgezet.
Volgens velen namen de dekkingscijfers be
angstigend toe. Weliswaar nam de binnen
landse markt ongeveer 2/3 van het varkens
vlees af, doch de prijs wordt toch in hoofd
zaak bepaald door de export. En deze export
bood weinig perspectief doordat ook elders
de varkensstapel sterk uitbreidt. Vooral de
grenssluitingen door Frankrijk veroorzaakten
enkele gevoelige prijsdalingen. Door de min
der gunstige resultaten van de pluimvee
houderij en inzinking van de varkensprijzen
die overigens over het gehele jaar geno
men niet zo onbevredigend waren was de
positie van het gemengde bedrijf in 1961 niet
zo bijzonder rooskleurig.
De tuinbouw kan in het algemeen terug
zien op een bevredigend jaar. Behoudens
voor de bewaarkool werden lonende bedrijfs
resultaten verkregen. Het record van de vei-
lingomzet werd weer gebroken; de totale
geldelijke omzet steeg tot circa 742 miljoen,
dat is 55 miljoen meer dan in 1960. Vooral
de fruitomzet is sterk gestegen, bij minder
grote produktie doch zeer bevredigende prij
zen. Voorts is de stijging van de veilingomzet
ook te danken aan een grotere aanvoer van
tomaten en komkommers. Ondanks moeilijk
heden slaagde de tuinbouw er in zijn positie
op de buitenlandse markt te behouden en te
versterken Dit bewijst nog eens te meer dat
er voor kwaliteitsprodukten nog steeds afzet
mogelijkheden kunnen worden gevonden.
Zo is dan na een redelijk gunstig jaar ook
de agrarische bedrijfstak weer een nieuw jaar
ingegaan. Bij alle inspanningen, die de boeren
en tuinders zich ook in 1962 ongetwijfeld
zullen getroosten om door een rationele pro
duktie hun bijdrage te leveren aan de verdere
versterking van onze nationale economie,
zullen allereerst de zo wisselvallige weers
omstandigheden, het klimaat, weer van grote
invloed zijn. Daarnaast zullen de financiële
resultaten van de prestaties van het agra
rische bedrijf weer worden bepaald door af
zet en prijsvorming, enigermate gecorrigeerd
door het prijsbeleid. Het is daarbij haast be
angstigend, dat, zonder dat daarvoor lonend
plaats kan worden gevonden, de produkties
zich steeds verder uitbreiden. Voor de positie
van de Nederlandse land- en tuinbouw is
daarom een verruiming van de markten een
levensbelang. Hopelijk zal dit jaar daad
werkelijk voortgang worden gemaakt met de
geleidelijke totstandkoming van de E.E.G. en
zal ook de zo belangrijke Engelse markt
daarbij kunnen worden betrokken.
Hoe belangrijk overigens de export moge
zijn, ook onze eigen markt van bijkans 12
miljoen klanten mag zeker niet worden ver
waarloosd. De toenemende welvaart brengt
veranderingen in distributiemethoden en
koopgewoonten, waarbij het aandeel van de
handel en de industrie in de consumenten
gulden relatief steeds groter wordt. Bij de
aanpassing aan zich wijzigende omstandig-
lO
Wat biedt 1962?