bezint op mogelijkheden voor een ander
bedrijfsplan.
Moeilijkheden in varkenshouderij
Bij het wijzen op mogelijkheden voor
nieuwe bedrijfssystemen heeft de directeur-
generaal ook de suggestie gedaan de grote
graanschuren te gebruiken voor een verant
woorde manier van vetmesten. Hoewel de
vleessector in de toekomst wellicht mogelijk
heden biedt is de afzet momenteel met
name van varkens niet rooskleurig. In
tegendeel, door de sterk dalende prijzen,
heeft de varkensmester de laatste tijd met
verliezen te kampen.
Oorzaak van de moeilijkheden is een ver
storing van het evenwicht tussen vraag en
aanbod. Aangezien de enorme groei van de
varkensstapel in de na-oorlogse jaren nog
niet tot stilstand is gekomen, wordt het aan
bod steeds groter. Vooral op de gemengde
bedrijven in onze oostelijke en zuidelijke
provincies waar reeds 70 °/o van de var
kens wordt geproduceerd neemt de fokkerij
en mesterij nog steeds toe. Overigens valt
ook buiten Nederland een sterke uitbreiding
van de varkensstapel waar te nemen. In 1962
rekent men op een toeneming van het aantal
slachtingen in Europa met 6 miljoen stuks of
5 procent. In het licht van deze situatie zijn
de dekkingscijfers in Nederland beangstigend
hoog. Weliswaar neemt de steeds belangrijker
wordende binnenlandse markt ongeveer 2/3
van het varkensvlees af, maar bij de meeste
produkten wordt de prijs bepaald door de
exportmogelijkheden.
Deze exportmogelijkheden bieden echter
weinig perspectief. Doordat ook in West-
Duitsland de binnenlandse produktie hoog
ligt bestaat er geen kans dat meer dan 1500
varkens per week kunnen worden geleverd.
In België heeft het prijspeil een sterke daling
ondergaan, waardoor export naar dat land
wegviel. Italië neemt slechts mondjesmaat
100 ton per week af. Zwitserland wenst
van ons land geen varkens te betrekken met
het oog op enkele gevallen van varkenspest.
De Engelse markt voorheen zo belangrijk
als afnemer van bacon ligt op een zodanig
laag niveau dat deze bepaald niet aantrekke
lijk is.
Alleen Frankrijk kan redding brengen.
Dit land hanteert evenwel een minimum-
importregeling volgens welke invoer zal
worden toegestaan, zodra de prijzen in Parijs
boven N.F. 3,85 liggen. De Franse autori
teiten houden zich echter niet aan genoemde
regeling. Het even openzetten van de Franse
grens blijkt direct al een grote invloed op het
prijsverloop te hebben.
Het is overigens zeer de vraag of ook
bij het (tijdelijk) openstellen van de Franse
grens de markt zich op een lonend peil zal
kunnen handhaven. Verwacht mag worden
dat ook nog gedurende de eerste helft van
1962 in ons land gemiddeld 100.000 varkens
per week zullen worden afgeleverd, waarvan
de verwerking door de invoering van de
5-daagse werkweek en gebrek aan personeel
bij de grote vleeswarenbedrijven reeds
moeilijkheden oplevert. De enige mogelijk
heid om de varkensprijzen nog enigszins te
stabiliseren, zij het op een laag prijspeil, is
momenteel gelegen in het bevorderen van de
baconafzet, waarop echter grote bedragen
moeten worden bijgepast.
Vleesverbruik in Nederland
Hoewel ongeveer 2/3 van het varkensvlees
in eigen land wordt geconsumeerd, zou de
binnenlandse markt nog sterk in betekenis
kunnen toenemen. De Nederlanders eten
namelijk weinig vlees, slechts 4 kg per hoofd
van de bevolking. In Europa eten alleen de
Italianen, Grieken en Portugezen nog min
der vlees. De Eskimo's verorberen jaarlijks
300 kg per man!
Uit een kortgeleden ingesteld onderzoek is
gebleken dat bij 32 van de Nederlandse
gezinnen slechts 4 maal per week vlees op
tafel komt. Onze huisvrouw vindt het vlees
in het algemeen duur. Vleeswaren beschouwt
men, nog meer dan vlees, als luxe; ongeveer
de helft van de gezinnen heeft door-de-weeks
geen vleeswaren op de ontbijttafel.
Toch zou onze landbouw die tafel ruim
schoots van vleeswaren kunnen voorzien,
want de Nederlandse export van vleescon-
serven die weliswaar moet optornen tegen
zware en niet afnemende concurrentie
vertoont een voortdurende stijging. Met een
export van 57.000 ton staan wij momenteel
bijna aan de spits in de wereldranglijst van
exporteurs van vleesconserven. In Amerika
en Engeland liggen wij vooraan en zijn er in
geslaagd de Denen achter ons te houden.
463