Mededeelingen der Coöperatieve Centrale Raiffeisen=Bank te Utrecht Aan onze Locale Banken! Raad van roezicht en Bestuur Coöp. Boerenleenbank. verschil tusschen de taak van Raad van Toezicht en 50 jaar Raiffeisen-Bode No* 1 Verschijnt op ongeregelde tijden December 1911 (Ifiiioi Zooals U bekend is, werden indertijd besprekingen gehouden over het uitgeven van een orgaan door de Centrale Bank, in welk orgaan punten zouden worden behandeld, welke wij van belang acht .en onder Uwe aandacht te brengen. Door de bezwaren, daaraan verbonden, werd van dit pian afgezien. Wij verwijzen voor een en ander naar het door ons uitgebracht prae-advies van 19 Maart 1910 en naar het besluit, dienaangaande genomen door de Algemcene Ver gadering van 7 Mei daaraanvolgende.) Naar aanleiding van die besprekingen en in over eenstemming met het boven aangehaald besluit hebben wij ons voorgenomen, mededeelingen, welke wij ver meenen te moeten doen, voortaan in een anderen vorm en wel in den vorm, waarin deze tot U komt aan U toe te zenden en niet meer, als tot dusver, in den vorm eener ,,c i r c u la i r e". Evenals deze zal ook onze Raiffeisen-Bode op on geregelde tijden verschijnen. Hiermede ziet het eerste nummer het licht. Utrecht, December 1911. Het Bestuur der Centrale Bank: Jhr. W. E. Bosch van Oud Amei.isweerd. Mr. M. W. L. S. Bilderdijk. F. A. R A. Baron van Ittersum. eener Het is ons gebleken, dat bij vele onzer banken het Bestuur niet recht in het oog wordt gehouden. Immers komt het bij vele banken voor, dat beide col lege's steeds tegelijk en nimmer afzonderlijk vergaderen, wat er niet toe kan leiden, de grenzen tusschen beider werkkring goed afgebakend te houden, maar veeleer daartoe leidt, dat men die grenzen verdoezelt. Het is ons zeer wel bekend, dat er banken zijn, wier statuten het instituut der gecombineerde vergadering kennen, bij welke dus Raad van Toezicht en Bestuur in sommige gevallen als één college vergaderen, aan welk college dan de beslissing staat in bepaalde aan gelegenheden. Wij hebben hier niet het oog op deze banken, welke zich, nu hunne statuten op dit punt aldus luiden, daaraan zullen moeten houden. Wij doelen hier echter op die, welke statuten hebben, waarin eene juistere grenslijn tusschen het terrein van werkzaamheid van beide college's is getrokken. Nu staat het wel vast, dat bij deze banken Raad en Bestuur niet als één college kunnen optreden. Immers beslissingen, door een aldus samengesteld college ge nomen, zouden, als niet op de statuten gebaseerd, alle rechtskracht missen. Hierover gaat het dan ook niet, maar wel over het 468

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 14