november 1941: hierin troffen wij het vol
gende bericht aan:
„Tot onzen spijt moeten wij mededeelen,
dat dit voorloopig vermoedelijk de laatste
„Rai ff eisen-Bode" is, welke verschijnt. Wij
ontvingen begin October bericht, dat voor
ons blad niet langer papier beschikbaar kan
worden gesteld. Wij zijn thans in bespreking
met de bevoegde autoriteiten om alsnog toe
stemming te verkrijgen, ons blad verder te
doen verschijnen. Wij hopen van deze onder
handelingen het beste."
Voor het decembernummer bleek nog
papier beschikbaar te zijn gesteld, doch dit
was ook het laatste nummer gedurende de
oorlogsjaren.
In januari 1944 werd van de bezettings
autoriteiten toestemming verkregen in plaats
van de Raiffeisen-Bode gedrukte berichten
aan de aangesloten banken te zenden, doch
na het verschijnen van het 4e nummer in
juli 1944 bleek ook dit niet meer mogelijk.
1945 no. 5 van de „Berichten", waarna in
juli het eerste na-oorlogse nummer van de
Raiffeisen-Bode het licht zag om tot mei
1946, zij het van geringe omvang en gedrukt
op papier van slechte kwaliteit, iedere
veertien dagen te verschijnen.
Uit het nummer van 16 juli 1945 nemen
we nog een tweetal berichten over, waaruit
blijkt hoe onze organisatie er in die tijd
voorstond.
Wie kan helpen?
V er schillende van onze door oorlogsgeweld
getroffen banken, welke haar bedrijf zoo goed
en zoo kwaad als thans mogelijk is weer
trachten op te bouwen, doen een beroep op
onze organisatie. Het gaat in hoofdzaak om
kantoormeubelen, om brandkasten, waarin
kasgeld, boeken en verdere tot de admini
stratie eener boerenleenbank behoorende
stukken zullen kunnen worden geborgen.
Wanneer zoo goed als alles ontbreekt, is het
ontzettend moeilijk om weer op gang te
komen. Laat ons trachten ook op dit gebied
elkander te helpen en indien dat eenigszins
mogelijk is een bureau, een tafel, een stoel,
een kast, een brandkastje, als zonder bezwa
ren de inhoud daarvan een ander goed
plaatsje kan vinden, beschikbaar te stellen.
Indien men in staat is aan het verzoek op
de eene of andere wijze te voldoen, zullen wij
daar gaarne bericht van ontvangen onder
opgave van bijzonderheden. Over de bestem
ming der aangeboden goederen en het ver
voer daarvan zullen wij dan afzonderlijk
overleg plegen."
Wie kan verder helpen?
In aansluiting op bovenstaande noodkreet
thans ook nog een ten behoeve van de Cen
trale Bank zelf.
Zooals in het vorige nummer van de Raif
feisen-Bode reeds werd medegedeeld, heeft
de afdccling Inspectie bij de uitoefening van
haar werkzaamheden ten zeerste te kampen
met het ontbreken van behoorlijke en vol
doende vervoermiddelen.
Onze vraag is nu deze: zijn er ook functio
narissen of leden van onze boerenleenbanken,
die in het bezit zijn van motorrijtuigen en die
deze aan de Centrale Bank in bruikleen wil
len afstaan, vanzelfsprekend tegen behoor
lijke vergoeding?
Zij, die ons in dit opzicht zouden kunnen
helpen, verzoeken wij beleefd daarvan aan
ons mededeeling te willen doen onder zoo
volledig mogelijke omschrijving van het
motorrijtuig, opdat wij kunnen overwegen of
we van het aanbod gebruik zullen kunnen
maken.
Zonder de beschikking te hebben over vol
doende vervoersmogelijkheid is het uitermate
moeilijk, zoo niet geheel onmogelijk, om in
zonderheid de banken in verder van Utrecht
gelegen provincies te bezoeken. En juist dit
persoonlijke contact is in zooveel gevallen na
de langdurige scheiding meer dan ooit nodig.
Wie ons dus kan helpen, bewijst niet alleen
de Centrale Bank, maar ook de geheele orga
nisatie, een zeer belangrijken dienst."
Aan de geldsanering werden in de Raif
feisen-Bode vele artikelen gewijd.
Langzaam keerden in ons land en in onze
organisatie de normale omstandigheden
terug. Ook ons blad paste zich aan deze om
standigheden aan en groeide dank zij de vele
actieve medewerkers naar zijn huidige vorm.
De redactie blijft streven naar een blad, dat
zo goed mogelijk voldoet aan de eisen, die
aan het officiële orgaan van onze organisatie
kunnen worden gesteld.
Terstond na de oorlog verscheen in juni
467