Bank, kunnen wij ons voorstellen, dat be
sturen van onze leden gaarne een dergelijk
boekwerk op de bank voorhanden willen
hebben.
voor te leggen. Uiteraard konden niet alle
problemen, die bij het houden van algemene
vergaderingen, van bestuursvergaderingen en
dergelijke aan de orde komen, in het be
sproken boekwerk behandeld worden. Wij
geloven echter, dat de schrijver er in het al
gemeen in geslaagd is, een goede keus te
maken met betrekking tot de door hem be
handelde onderwerpen.
Vele algemene vergaderingen worden
immers 's avonds gehouden en men heeft dan
niet de gelegenheid om vragen, die zich
plotseling voordoen, aan de Centrale Bank
PROF. MR. C. WESTSTRATE f
Te laat voor het oktobernummer bereikte ons het bericht, dat op 31 augustus
jl. in Nieuw-Zeeland overleed prof. mr. C. Weststrate.
Met groot leedwezen namen wij kennis van het heengaan op 62-jarige leeftijd
van hem, die zoveel jaren een gewaardeerde medewerker was van de Centrale
Bank.
Na zijn afstuderen trad hij op 1 november 1923 in dienst bij onze juridische
afdeling en in 1936 werd hem de leiding van deze afdeling opgedragen.
Tezamen met mrs. O. Gezelle Meerburg en W. H. Verloop publiceerde hij het
handboek „De wet op de coöperatieve verenigingen", alsmede de hierbij be
horende „Practische handleiding". Het „Handboekje voor voorzitters en
secretarissen van verenigingen en vennootschappen", dat hij met mr. G. H. A.
Grosheide opstelde, beleefde zeer veel herdrukken. In 1937 promoveerde hij op
het proefschrift „Crediet, conjunctuur en credietbeperking".
Na bijna 16 jaar werkzaam te zijn geweest bij de Centrale Bank nam hij
op 1 september 1939 afscheid om het ambt van hoogleraar aan de Rijks
universiteit te Leiden te aanvaarden.
Na de oorlog, waarin hij een belangrijk aandeel had in het hooglerarenverzet,
nam hij in 1950 het aanbod aan van een leerstoel aan de universiteit van
Christchurch, Nieuw-Zeeland.
In 1948 verscheen nog van zijn hand het „Gedenkboek, uitgegeven ter gelegen
heid van het vijftigjarig bestaan der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank",
dat nog steeds bij de studie van het landbouwkrediet wordt geraadpleegd. Uit
zijn tijd als hoogleraar te Leiden is bekend geworden het leerboek „Beschrij
vende Economie".
413