en daardoor te weinig algemeen-planmatig ingezet. Anderzijds had het tot gevolg dat de spaarzin van en het financieren van investe ringen dóór de Canadezen zelf, werden ondergraven. De Canadese economie werd daardoor in toenemende mate geconfronteerd met buitenlandse beïnvloeding. Bovendien werkte de toevloed van buitenlands kapitaal een voortdurend grote vraag naar Canadese dollars in de hand, hetgeen tot uitdrukking- kwam in een stijging van de prijs, die het buitenland via de wisselkoers voor de Cana dese dollar moest betalen. Dit had weer een voortdurende belemmering van de Canadese export en stagnatie in de noodzakelijke uit breiding van de werkgelegenheid in Canada ten gevolge. Zoals bekend, heeft de Canadese regering enige maanden geleden in deze situatie inge grepen en haar politiek gericht op stabilisatie van de wisselkoers op een lager peil. Dit ten einde de toevloed van buitenlands kapitaal al te remmen en de Canadese export te bevor deren. Voorts wordt thans een rentepolitiek gevoerd, gericht op selectie van buitenlands kapitaal, waarvan de aanwending de werk gelegenheid in Canada bevordert. In hoeverre deze saneringspogingen van de Canadese regering resultaten zullen af werpen, zal eerst op langere termijn voldoen de zichtbaar kunnen worden. Vooruitzichten werkgelegenheid in Canada De eerder geschetste tendens tot voort durende afneming van de werkgelegenheid in de Canadese landbouw wordt als één van de sleutelfactoren beschouwd bij een voorspel ling van de ontwikkeling van de totale werk gelegenheid in Canada voor de komende 5 jaar. Deze voorspelling, onder de nodige reserve gegeven, duidt in de richting van een stijging van het arbeidspotentieel per 1965 met 11 tot 13 hetgeen neerkomt op een toename met ongeveer 700.000 a 800.000 per sonen. Indien men het huidige hoge werk loosheidspercentage van 7 zou wensen terug- te brengen tot 31/2 in 1965, zou de Canadese economie binnen enkele jaren werkgelegen heid moeten scheppen voor de zo juist ge noemde 700.000 a 800.000 personen, alsmede voor 200.000 thans nog werklozen en voor 70.000 personen die momenteel nog in de landbouw werkzaam zijn. Globaal zou dit dus betekenen, dat de niet-agrarische sectoren van de Canadese economie tot 1965 ongeveer 1.000.000 personen meer in hun arbeidsproces moeten opnemen. Voorwaar een niet geringe opgave. Nabeschouwing Als wij ten slotte nog aan een voorlopige indruk onzerzijds uiting geven, dan is het wel deze, dat zij, die plannen hebben voor emi gratie naar Canada, er voorshands goed aan doen hun belangen nauwkeurig af te wegen. Dit niet alleen in het licht van de geschetste situatie in Canada, doch ook met het oog op de werkgelegenheid hier te lande. In Ooltgensplaat sparen 1560 van de 2300 in woners bij de Coöperatieve Boerenleenbank. Toch heeft de spaaractie in september jl. neg een extra duwtje gegeven aan het spaartegoed, dat precies op 15 september boven de 4 mil joen kwam. In een gecombineerde vergadering van bestuur en raad van toezicht werd dit feit gememoreerd en de gelukkige spaarder ge huldigd. - OOLTGENSPLAAT 451

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 45