niet meer zien als een economische organisatie van onze agrariërs. Maar zover ben ik nog niet. En daarom zeg ik: „Een sterk raiffeisenbankwezen - akkoord"! Een bank voor het platteland akkoord! Spaarders uit het stedelijke milieu akkoord. Leningen aan anderen dan agrarische bedrijven akkoord. Niet-agrariërs met een open oog voor de econo mische betekenis van agrarische coöperaties in de be herende organen akkoord. Maar bestrijders van de idee van boerensamen- werking in de besturen van onze banken het laatste •woord neen! Jan Naschrift van de redactie „Jan" geeft zeer duidelijk zijn mening weer. Hoe wel wij eigenlijk voor de verleiding van een verdere discussie niet willen bezwijken, zullen wij er toch nog iets van zeggen. Ook „middenstanders" kunnen, evengoed als de boeren, lid zijn van onze banken. En van die midden standers, b.v. een kruidenier of molenaar, behoeft, ja mag men geen „belijdenis" verwachten, dat zij hun eigen zelfstandig bedrijf zullen achterstellen bij het gelijksoortige bedrijf van een coöperatie. Het econo mische leven is ruim en geschakeerd genoeg om voor beide soorten bedrijven plaats te hebben. Ook binnen de coöperatieve boerenleenbankenJraiffeisenbanken is voor het lidmaatschap, zowel van de „zelfstandige middenstander" als van de coöperatie, alle ruimte. Beide kunnen geholpen worden doordat zij samen coöpereren in de bank. Als echter een „middenstander" bestuurslid van een bank wordt zal hij, zoals wij reeds eerder ge schreven hebben, door de, bril van het bestuurslid en niet door zijn „privé-bril" moeten kijken. Een daad werkelijke strijd, voortkomend uit privé-motieven tegen coöperatieve activiteiten, zou zo'n bestuurslid inderdaad ongeschikt maken voor zijn functie. Daar aan heeft „Jan" gelijk, leder bestuurslid zal in zijn functie ook de belangen van de agrarische coöperaties op voortreffelijke wijze moeten dienen. De praktijk van zeer vele boerenleenbankbesturen wijst onom stotelijk uit, dat in dit opzicht een „middenstander" een goed bestuurslid kan zijn. Omgekeerd geldt hetzelfde voor de „volbloed coöperatoren'. Ook zij zullen, als bestuurslid van onze banken, oog moeten hebben voor de belangen van diè leden, die een zelfstandig bedrijf bezitten. Wij geloven niet, dat dit ooit moeilijkheden heeft opgeleverd. In het coöperatieve vlak hebben onze banken een eigen plaats, waarop, naar de ervaring heeft geleerd, boeren, coöperaties en ook „midden standers" elkaar kunnen vinden in samenwerking. Wij laten verder het oordeel aan onze lezers over. De discussie moet nu eenmaal eens gesloten worden. De redactie heeft daarom haar laatste woord ge sproken. (Zie ook het laatste ingezonden stuk.) Verhuizing van cliënten Geachte redactie, Naar aanleiding van wat over bovenvermeld on derwerp werd geschreven zou ik gaarne het volgende onder de aandacht brengen. Wanneer bij ons een spaarder wegens vertrek zijn saldo wil laten overboeken zijn wij hem behulpzaam bij het kiezen van de bank in de nieuwe woonplaats; een landkaart met aanvuldende gegevens zou daarbij zeer goede diensten kunnen bewijzen. Vervolgens sturen wij de spaarder niet zonder bewijs weg, maar vullen het saldo op een normaal giro-opdrachtformu lier (060) in, onder toevoeging: „4- lopende rente vanaf 1 januari". De spaarder ontvangt een getekend bewijs van overschrijving, waarop dus het saldo en de naam van de nieuwe bank zijn vermeld. Wij achten ons daarmee volledig ontslagen van de zorgen voor deze spaarder en verwachten van de nieuwe bank dat deze onze ex-spaarder zal opvangen. Zo is het bij ons gebruikelijk aan alle personen, die zich in ons werkgebied zijn komen vestigen, een schrijven te richten; het is als het ware ons visite kaartje en bevat o.m. naam, adres en telefoonnummer van de bank, de kantooruren en een uitnodiging om spaarboekjes (van welke instelling ook) bij ons in te leveren ter kosteloze overboeking van het saldo lopende rente naar onze instelling. Wanneer een spaarder het laatstgenoemde verzoek doet laten wij een opdracht tekenen en nemen het boekje in, tegen afgifte van een kopie van de op dracht. Alvorens het boekje met de opdracht naar de be trokken bank te sturen nemen wij de gegevens daaruit over; wanneer na ongeveer een week de overschrij ving binnenkomt, schrijven we aan de hand van deze gegevens een spaarbankboekje uit en sturen dit toe aan onze nieuwe spaarder. In ieder geval verwachten wij van de bank, welke een saldo van ons krijgt overgeboekt, dat zij de be trokkene hiervan direct in kennis stelt onder ver melding van haar adres en kantooruren. Een apart verhuisbiljet lijkt ons ten slotte volkomen overbodig. Hoogachtend, W. de Jong, kassier Coöperatieve Boerenleenbank te Balk Naschrift van de redactie Ook deze „methode van verhuizing" geven wij gaarne weer, want de andere kassiers zullen onge twijfeld belangstelling hebben voor het systeem, dat de heer De Jong toepast. Hiermede willen wij echter tevens een streep zetten onder het onderwerp ver huizing. Kredietadviseurs Geachte redactie, Een ieder die de algemene vergadering van de Centrale Bank heeft bijgewoond en de „Raiffeisen- Bode" heeft gelezen, heeft kunnen horen en lezen, dat de Centrale Bank overwoog en er inmiddels bij wijze van proef reeds toe overgegaan is krediet consulenten aan te stellen. In deze rubriek, waarbij de mogelijkheid wordt 443

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 37