MAN
EN PAARD
coöperatieblad „De Garve" komt nu eindelijk nog
Kijk, ik zie de agrarische coöperatie in al zijn
Man en Paard" viert zijn eerste verjaardag! Aan dit heuglijke feit willen wij toch even
aandacht schenken. Verleden jaar november hebben wij onze rubriek geopend met een eerste
stukje van de heer Boogaard, kassier van de boerenleenbank Koegras. Sindsdien zijn door
de inzenders vele belangrijke onderwerpen ter sprake gebracht. Wij doen maar een greep:
fusie van boerenleenbanken, het concentratieprobleem, de controle op de spaarboekjes,
boerenleenbank of raiffeisenbank, verhuizing van cliënten, het antwoord aan „Jan".
Allen, die door hun geschreven woord aan de rubriek hebben medegewerkt, onze hartelijke
dank. Eerlijk gezegd was het een beetje een waagstuk toen wij deze rubriek introduceerden.
Wij wisten niet of er voldoende suggesties en reacties van onze lezers zouden komen. Het is
ons echter hard meegevallen: wij hebben elke maand kopij genoeg gehad, hoewel we wel
eens op het nippertje gered zijn doordat de stukjes pas op het laatste moment binnenkwamen.
Voor uw redactie is elke maand weer een verrassing!
Wij hebben ons laten vertellen, dat „Man en Paardtot de meest gelezen rubrieken van
ons blad behoort. Laat dat zo blijven. Het is uw eigen rubriek. U kunt hem zelf maken
of breken.
„Jan's" antwoord
„Jan", de schrijver van het Gelders-Overijsselse
eens zelf aan bod. „Jan" heeft woord gehouden: hij
heeft alle antwoorden uit de Raiffeisen-Bode netjes
voluit in zijn blad opgenomen en wij willen dan ook
graag zijn wederwoord op deze antwoorden opnemen.
Zijn oorspronkelijke stukje heeft pittige repliek uit
gelokt en ons heel wat kopij bezorgt. Alleen daarom
C reeds ziet de redactie met genoegen op deze discussie
terug. „Jan's" antwoord luidt als volgt:
Het laatste woord? Neen!
Tja, wat moet ik er nu nog van zeggen. Mijn
opponenten doen nogal hun best om mij te overtuigen,
dat de molenaar, slager en smid zulke prima bestuur
ders zijn van onze raiffeisenbanken. Nu ben ik een
mens van goed vertrouwen en als men dat zegt, wil
ik het graag aannemen.
Maar daar ging het in mijn stukje niet in de eerste
plaats om. Ik heb bedoeld te zeggen: „Boeren, als je
moppert, dat in je boerenleenbank teveel midden
standers gaan besturen, bedenkt dan, dat dit jullie
eigen schuld is. Want jullie maken op de algemene
vergadering uit, wie bestuurslid worden. En als jullie
vinden, dat de leidsels ondanks alle middenstands
relaties van je bank, in boerenhanden moeten blijven,
dan moet je daarvoor de nodige moeite doen en alle
laksheid opzij zetten.
Mopperen achteraf heeft geen zin, als je vooraf
niet op je qui vive bent geweest.
En nu mijn mening over die middenstanders-be
stuursleden zelf.
vormen als een onmisbaar bolwerk van de boeren
stand.
Ook de raiffeisenbank!
Ook de aan- en verkoopvereniging.
Ook de zuivelfabriek.
Ook de veeafzet. Enzovoort.
En ik zie de bittere noodzaak van dit bolwerk zo
sterk, dat ik het vanzelfsprekend vind, dat een be
stuurslid, die meevecht op de ene muur van dit bol
werk (boerenleenbank) tenminste niet meehelpt een
andere muur (b.v. de aan- en verkoopvereniging) af
te breken.
En ik wil iedere boer en iedere middenstander als
bestuurder aanvaarden, die het belang van de land
bouwcoöperatie in totaal, niet alleen met de mond
maar ook met het hart belijdt. Maar ik vind het
verkeerd, als daadwerkelijke bestrijders van bepaalde
coöperatieve activiteiten, bestuurslid worden van een
boerenleenbank. (Trouwens ook van een zuivelfabriek
of van een aan- en verkoopvereniging).
En ik vind dus, dat een middenstander, die partij
kiest tegen de economische organisatie van de boeren
stand op het ene vlak, niet thuis hoort in het bestuur
van een economische organisatie van de boerenstand
op het andere vlak.
Dat geldt ook voor onze banken.
Tenzij we onze organisatie van raiffeisenbanken
442