CREDIT UNIONS In ,,De Zakenwereld" van 15 juli 1961 verscheen een artikel onder het hoofd „Credit Unions felle concurrenten van Amerikaanse banken". Reeds dikwijls hebben wij gewag gemaakt van deze actieve zusterorganisatie. Dit artikel was echter aanleiding eens meer aandacht te besteden aan de wijze waarop de Raiffeisen- gedachte in de Verenigde Staten vaste voet heeft gekregen. Het was een Canadese journalist, Alphonse Desjardins, die in 1901 in Levis, Quebec, de eerste credit union aan de overzijde van de Atlantische Oceaan stichtte. In Europa had hij het werk van Raiffeisen bestudeerd om ook in zijn eigen land het kwaad te bestrij den, dat de boeren aan gewetenloze geld schieters gebonden hield. Desjardins startte eveneens in de Verenigde Staten de eerste credit union, nl. te Manchester, New Hampshire, in 1909. De Verenigde Staten hadden in deze tijd zelf een groot propa gandist voor de Raiffeisenidee gekregen, nl. de zakenman Edward A. Filene uit Boston. Dank zij hem werden in verschillende staten wetten op de credit unions ingevoerd en ont stond er een centrale organisatie, de Credit Union National Association (CUNA). Op het ogenblik zijn bij de CUNA aangesloten 20.300 credit unions in de Verenigde Staten en 4.500 in Canada. Bovendien strekt de CUNA haar activiteit uit buiten Noord- Amerika, zoals u in de vorige Raiffeisen- Bode in het artikel over pater Dan heeft kunnen lezen. De CUNA heeft twee grote dochterver enigingen. De CUNA Supply Cooperative verleent diensten aan de aangesloten unions op het gebied van kantoorbehoeften en -inrichting, publikaties, leermiddelen enz. De CUNA Mutual is een onderlinge verzeke ringsmaatschappij, die in 1935 werd opge- richt en thans in Noord-Amerika in grootte de 18e plaats inneemt. Het consumptieve krediet Bij een beoordeling van de groei en de plaats, die de credit unions in het Ameri kaanse leven innemen, dienen wij erop te letten, dat zij zich veel meer dan de coöpera tieve banken in Europa hebben gericht op het consumptieve krediet. De credit unions heb ben zich ook al spoedig buiten de agrarische sfeer begeven. Het is nu zo, dat een groep van minstens 100 personen, die een gemeen schappelijke band hebben, zoals werkkring, kerk of vereniging, een credit union kunnen oprichten met het doel gezamenlijk te sparen en op deze wijze aan de leden tegen lage rente leningen te verstrekken „for good pur- poses" (voor juiste bestedingen). Het Bureau of Federal Credit Unions om schrijft een union als een „coöperatieve orga nisatie ter bevordering van de spaarzaamheid der leden en voor het vormen van fondsen voor toekomstige en produktieve bestedin gen". Dit laatste ontlenen wij aan het artikel in „De Zakenwereld", dat als volgt aanvangt: „Binnenkort zullen er in Amerika meer credit unions zijn dan kantoren van handels banken. In vijf jaar tijds is het aantal leden, dat bij deze credit unions is aangesloten, ge stegen van 9 tot 12 miljoen; het kapitaal steeg van 3,3 miljard dollar tot 5,6 miljard en de uitstaande leningen zijn gestegen van 2,3 miljard dollar tot 4,3 miljard. Het merk waardigste is dat deze credit unions in enkele jaren tijds alle andere instituten, die consump tieve kredieten verstrekken, hebben over vleugeld. In 1953 bedroeg haar aandeel in het totale consumentenkrediet 6,3 momenteel is dit percentage 9,3." Hierbij tekenen wij aan, dat sedert 1945 het balanstotaal van de credit unions toenam met 1189 Dit is wel een aanzienlijke ont- De Amerikaanse kredietcoöperaties 439

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 33