bracht, dat het een tweede, derde (enz.)
betaling van dezelfde rentetermijn betreft.
Als de schuldenaar ineens een betaling
doet van een aflossingstermijn en van een
rentetermijn behoeft daarvoor in het boekje
nimmer meer dan één zegel van 15 cent te
worden geplakt. Deze betaling moet in één
bedrag en met éénhandtekening in het boekje
worden gekwiteerd. J)
Soms kunnen dergelijke betalingen zegel-
vrij verantwoord worden. Dat doet zich voor,
indien noch voor de rente, noch voor de af
lossing zegelrecht verschuldigd geweest zou
zijn, ook als de betaling van rente en van
aflossing afzonderlijk zou zijn geschied en af
zonderlijk zou zijn verantwoord.
Wanneer b.v. de betaling van de laatste
aflossingstermijn plaats vindt en tevens van
de laatste rentetermijn, dan is geen zegelrecht
verschuldigd, mits die laatste rentetermijn
20,of minder heeft bedragen.
Enige bijzondere vragen, die zich bij de
zegeling van voorschotboekjes kunnen
voordoen
Bij de zegeling van voorschotboekjes kun
nen zich nog een aantal bijzondere vragen
voordoen. Wij zullen daarop hieronder een
antwoord geven.
1. Wanneer een voorschothoekje is volge
schreven en vervangen wordt door een
nieuw boekje, waarin het resterende
schuldsaldo wordt overgenomen, moet
dan in het nieuwe boekje weer een kwi
tantiezegel worden geplakt bij de invul
ling van het oude saldo
De Coöperatieve Boerenleenbank „Noord-
welle" vierde in de Raiffeisenweek dubbel feest.
Op 21 oktober werd namelijk de 2f/2 miljoen
aan spaargeld overschreden.
De heer J. M. Steur hielp de bank over de
drempel door de overboeking van melkgeld.
Op 27 oktober werd de heer Steur op de bank
genodigd, waar hem in tegenwoordigheid van
het bestuur een enveloppe met inhoud werd
overhandigd.
In 1958 was het totaal tegoed bij deze bank
nog 2 miljoen, zodat hier van een gezonde
groei gesproken kan worden.
Bij deze overboeking is geen zegelrecht
verschuldigd.
2. Moet voor de eerste aflossing, welke in
het nieuwe boekje, dat een oud boekje
vervangt, wordt ingeschreven (in minde
ring op de restantschuld), een zegel wor
den geplakt?
Voor de vermelding van de eerste aflossing
in het nieuwe boekje moet inderdaad een
zegel van 15 cent worden geplakt. De kwitan
tie voor de tweede, derde, vierde (enz.) af
lossing is immers alleen dan zegelvrij, wan
neer zij gesteld wordt op hetzelfde papier
waarop reeds de eerste aflossing was ge
steld. Het voorschotboekje wordt, gelijk wij
boven hebben uiteengezet, als één papier
aangemerkt. Maar een opvolgend voorschot
boekje, dat afgegeven wordt ter vervanging
van een oud boekje, kan niet doorgaan voor
hetzelfde papier als het vroegere voorschot
boekje.
3. Moet ook een zegel geplakt worden, als
per giro rente en/of aflossing betaald
wordt?
Bij de inschrijving van deze per giro
binnenkomende betalingen in het voorschot
boekje moet een zegel worden geplakt in alle
gevallen, waarin ook zou moeten worden ge
zegeld als de betaling in contanten zou zijn
Dit is de toepassing van de algemene regel
inzake de zegeling van kwitanties voor be
talingen, die per giro zijn binnengekomen.
Zulke kwitanties dienen steeds gezegeld te
zijn op dezelfde wijze, alsof de betaling con
tant gedaan zou zijn.
NOORDWELLE
binnengekomen. Dus: wel zegelrecht voor be
talingen van een rentetermijn, tenzij het een
gedeeltelijke betaling van een rentetermijn
betreft, terwijl voor de eerste aanbetaling van
deze rentetermijn reeds zegelrecht was vol
daan; geen zegelrecht voor betaling van een
termijn van aflossing, tenzij het betreft de
eerste aflossingstermijn.
Men verantwoordt een dergelijke betaling als
volgt in het voorschotboekje: in de kolom getiteld
„Bedrag in letters" wordt de totale som van de ge
dane betaling vermeld. Op de rechterkant van het
boekje wordt in de kolom „Saldo Kapitaal" het be
drag der aldus betaalde aflossing vermeld, en in de
kolom „Rente en Provisie - ontvangen" het bedrag
der betaalde rente.
438