SPAREND NEDERLAND 1 "5 2 3 clÏ3 R.P.S. Mutaties augustus Mutaties september Mutaties jan. t/m sept. Saldo tegoed Tegoed in van het c c u tso c c u ho c G 4J bo totaal ho Terug betalir u 15 03 u O. <u 00 hD bc.5 2 3 H Spaar- versch tx> r3 *a bo.G H -G Ih 15 C/0 1/1 30/9 1/1 30/9 1961 Bib. Utrecht 114,6 79,2 35,4 110,9 84,0 26,9 1019,8 814,3 +205,5 2658,9 2864,4 27,4 27,4 Bib. Eindh. 74,8 51,4 23,4 75,2 58,9 16,3 683,6 523,0 160,6 1551,6 1712,2 16,0 16,4 83,5 67,3 16,2 73,1 63,1 10,0 735,9 588,4 147,5 2646,4 2793,9 27,3 26,7 Alg. Spaarb. 58,3 129,1 29,2 136,3 124,9 11,4 1383,1 1130,0 +253,1 2841,4 3094,5 29,3 29,5 431,2 327,0 +104,2 395,5 330,9 64,6 3822,4 3055,7 +766,7 9698,3 10465,0 100,0 100,0 1960 Bib. Utrecht 99,8 71,3 28,5 93,6 76,8 16,8 880,6 727,7 +152,9 2372,0 2524,9 27,6 27,3 Bib. Eindh. 64,1 45,4 18,7 61,2 48,9 12,3 565,8 458,4 107,4 1359,4 1466,8 15,8 15,9 R.P.S. 85,4 60,6 24,8 72,5 61,4 H,1 698,5 531,5 167,0 2369,9 2536,9 27,5 27,4 Alg. Spaarb. 145,0 111,1 33,9 120,9 112,3 8,6 1216,0 1000,3 +215,7 2505,4 2721,1 29,1 29,4 394,3 288,4 105,9 348,2 299,4 48,8 3360,9 2717,9 +643,0 8606,7 9249,7 100,0 100,0 KANTTEKENINGEN BIJ DE CIJFERS In de maand september kwamen in de onderschei den balansgroepen alleen belangrijke mutaties voor bij de kredietverlening en beleggingen in eigen kring en bij de creditgelden. Bij de groep kredietverlening en beleggingen in eigen kring werd de mutatie nagenoegd geheel ver oorzaakt door de voortgaande uitbreiding van de post voorschotten, die in september met een bedrag van 22,0 miljoen belangrijk hoger was dan in de voor gaande maanden. De ontwikkeling van de debetsaldi in lopende reke ning die, gezien de kredietbeperkende maatregelen, van meer dan gewoon belang is, vertoonde met een geringe toeneming een normaal beeld. In verband met de grote vraag naar voorschotten en leningen worden de middelen niet aangewend voor overige uitzettingen, zodat, mede door uitlotingen en aflossingen, deze groep reeds sedert mei maandelijks een lichte daling vertoont. De creditsaldi in lopende rekening, die in september als regel een stijging ondergaan, zijn thans afgenomen met 2,5 miljoen. Bij de banken in de akkerbouw gebieden zijn deze saldi minder toegenomen dan nor maal, terwijl bij de banken in de tuinbouwgebieden een sterkere daling dan de gebruikelijke voorkwam Blijkens het overzicht onder het hoofd Sparend Nederland was het totaal van de besparingen bij de traditionele spaarinstellingen in september bijna 16 miljoen hoger dan in de overeenkomstige maand van 1960. Hiertoe droeg overwegend bij het gunstige spaarresultaat bij de aangesloten banken dat 10,1 miljoen meer bedroeg dan in september 1960. De spaargelden bij de handelsbanken namen in september toe met 10,0 miljoen tegen ƒ20,6 miljoen in dezelfde maand van 1960. Het totaal van de spaargelden bij de handels banken is in de eerste negen maanden van 1961 ge stegen met 274,2 miljoen tot 1.152,0 miljoen, ter wijl in dezelfde periode van 1960 de toeneming 360,7 miljoen was. In oktober bedroegen de spaaroverschotten bij de bij Utrecht en Eindhoven aangesloten banken respec tievelijk 24,8 miljoen en 10,8 miljoen en bij de Rijkspostspaarbank 6,2 miljoen. 433

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 27