Voor ons, de medewerkers van de Centrale
Bank, wordt het echter eerst recht aantrekke
lijk, als de aanwezigen uit de ring zelf aan
het werk tijgen. Daarvoor krijgt men volop
de gelegenheid in de middag, wanneer we
aan het vragen stellen en het discussiëren
toekomen. Zoals bij alle vergaderingen „met
vragen stellen na afloop" het geval is, komt
de eerste reactie van de vergadering gewoon
lijk wat traag.
Uit bescheidenheid laat de een de ander
graag voorgaan en als iedereen er zo over
denkt duurt het even voor de eerste vragen
stellers opstaan. Zodra echter de eerste scha
pen over de dam zijn, komen de tongen los.
Zo gaat het ook op de werkbijeenkomsten.
Aan de discussies bewaren wij de prettigste
herinneringen.
Juist omdat wij er belang bij hebben te
weten, hoe er in de ringen over verschillende
onderwerpen gedacht wordt, hebben wij
aantekening gehouden van alle gestelde
vragen en gemaakte opmerkingen. Wij zullen
tot slot onze „impressies" afronden, door
enkele van die vragen hier te bespreken.
Borgstellingsfonds
Een bijzonder interessante kwestie werd
aangeroerd door een van de deelnemers, die
de vraag stelde of de verruiming van de
kredietmogelijkheden bij onze banken er toe
zal leiden, dat de mogelijkheden voor krediet
aanvragers om een garantie te verkrijgen van
het Borgstellingsfonds voor Landbouw zullen
verminderen.
Nu zal het ongetwijfeld zo zijn, dat som
mige banken met de toepassing van bepaalde
Onze gelukwensen gaan ditmaal ook naar de
Coöperatieve Raiffeisenbank „Pernis", waar
begin oktober de 2500ste spaarder werd inge
schreven.
Terecht merkt het bestuur op, dat een ge
zonde groei van het aantal spaarders minstens
zo belangrijk is als een aanwas van het spaar
tegoed.
Vijf jaar geleden bedroeg het aantal inleg
gers 1800 en vooral het laatste jaar kan van
een sterke groei worden gesproken. De nieuwe
spaarder was zich als baby weinig bewust van
zijn belangrijkheid, zodat zijn ouders alle hulde
in ontvangst namen.
zekerheidsvormen vooral wanneer het
zekerheidsvormen betreft, die uit juridisch
oogpunt onvolwaardig zijn verder zullen
gaan dan andere banken. De cliënten van
deze laatste categorie zullen echter niet de
dupe mogen worden van het toevallige feit,
dat zij wonen in het werkgebied van een
bank, die ten aanzien van de kredietver
lening een meer voorzichtig beleid volgt.
Voor deze laatste overweging zal naar wij
verwachten ook het bestuur van het Borg
stellingsfonds niet ongevoelig blijken te zijn.
Wel zal van de zijde van het Borgstellings
fonds in voorkomende gevallen bij de bank
worden geïnformeerd of het mogelijk is de in
het bedrijf van de desbetreffende krediet
nemer beschikbare zekerheid zodanig te be
nutten, dat het Borgstellingsfonds geen
garantie behoeft af te geven of een garantie
tot een geringer bedrag.
Indien het bestuur van de bank zich in een
dergelijk geval op het standpunt stelt, dat de
bank zonder garantie van het Borgstellings
fonds niet verder kan gaan dan zij al gegaan
is, mag het Borgstellingsfonds de garantie
niet weigeren, omdat naar zijn mening de
zekerheid kredietverstrekking tot een hoger
bedrag toelaat dan de bank meent. Het fonds
zou dan immers op de stoel van het bestuur
van de bank gaan zitten. Wèl zal van de
zijde van het Borgstellingsfonds waarschijn
lijk de vraag worden gesteld of de zienswijze
van het bestuur uitsluitend verband houdt
met de aard van de zekerheid en het bedrijf
van de kredietnemer, dan wel dat hierbij de
persoonlijke hoedanigheden van de aan
vrager een rol spelen. Wanneer dit laatste
het geval mocht zijn, is het immers voor het
Borgstellingsfonds van belang hiermee op de
hoogte te zijn.
De omstandigheid, dat het bestuur van een
bank niet bereid mocht zijn een bedrag of
een groter bedrag te verstrekken op een juri
disch wankele zekerheid mag dus op zichzelf
geen reden voor het bestuur van het Borg
stellingsfonds zijn een aanvraag om garantie
af te wijzen. Mogelijk zal de kredietnemer in
bepaalde gevallen de voorkeur geven aan een
financiering verstrekt onder garantie van het
Borgstellingsfonds, b.v. omdat de aflossings
verplichtingen dan minder zwaar zijn.
Dergelijke argumenten zal het bestuur van het
Borgstellingsfonds naar onze mening zeker in
PERNIS
422