Wij alleen kunnen dit probleem niet oplossen. Raiffeisen zelf waarschuwde er tegen geen wonderen van zijn banken te verwachten. Wel kunnen wij helpen en dan langs de weg, die Raiffeisen zelf heeft aangewezen, „door een alzijdig samenwerken van alle beroepsklas sen". Indien onze banken vertegenwoordigers van alle „rangen en standen" van de bevolking- onder haar leden en spaarders tellen, zullen zij het best toegerust zijn om te helpen daar waar dat nodig is. Dan zal met name ook de agrarische kredietverlening, vanouds de speciale zorg van onze banken, aan de hoge eisen, die aan haar gesteld worden, kunnen blijven voldoen. Zij wordt dan immers gedragen door een brede samenwerking, die welvarenden en minder- welvarenden omvat. Met onze eigen toepassing en uitwerking van de Raiffeisengedachte komen wij eigenlijk nooit klaar. Het zou echter kortzichtig zijn, als wij ons daarbij niet lieten inspireren door Raif feisen zelf. De relatie tussen hem en ons is in 1898 niet voor niets gelegd en de naam Raiffeisen is steeds het symbool geweest van de principes, die het uitgangspunt van onze banken vormen. Wij zijn dankbaar, dat deze relatie niet in het vergeetboek is geraakt en dat Raiffeisen in de laatste jaren zelfs meer in de aandacht is komen te staan. Wij denken hierbij ook aan de Nederlandse uitgave van de roman over Raiffeisen, waardoor velen een dieper inzicht zullen kunnen krijgen in leven en denken van de man, die een zo grote invloed heeft op onze Wij hopen, dat ook de komende Raiffeisendag voor allen uit onze kring aanleiding zal zijn de band met Raiffeisen nauwer aan te halen. De Raiffeisendag krijgt dan een diepere zin, waardoor de geestelijke grondslagen van onze banken versterkt worden. organisatie. 371

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 5