Naschrift van de redactie In Duitsland was de crisis al eerder begonnen met dezelfde gevolgen als in ons land. De Duitse burge meester Raiffeisen had er zich een levenstaak van gemaakt middelen te bedenken en te beproeven, die verbetering konden brengen. Het meest doeltreffende was het oprichten van een coöperatieve bank. En dat Raiffeisen daarin schitte rend geslaagd is bewijzen wel de duizenden coöpera tieve banken, die in Duitsland en andere landen en ook in ons land, naar het voorbeeld van Railfeisen, ontstaan zijn. Evenals in de Zuiderzeepolders de naam van dr. Lely blijft voortleven in de naam Lelystad, past de naam Raiffeisen in de naamgeving van onze boe renleenbanken. Uit de tijd van de negentiger jaren van de vorige eeuw wil ik nog wat jeugdherinneringen aanhalen. Mijn vader kwam in 1891, na vier jaar opvolger geweest te zijn in het landbouwbedrijf van zijn vader, te overlijden. Het bedrijf werd door mijn moeder voortgezet. Als oudste van de zes zonen moest ik in versneld tempo de zes klassen van de lagere school doorlopen. Voor dat doel ging ik 's winters driemaal per dag naar school. Met mijn tiende jaar was dat volbracht en verliet ik de school en deed mijn intrede in het ouderlijk bedrijf. Het hoofd van de christelijke lagere school, waar ik onderwijs genoten had, was nog een jonge man. Lagere landbouwakten bestonden toen nog niet, maar het schoolhoofd was iemand die een inzicht had in landbouwtoestanden en -vraagstukken. Zijn spreken was niet naar het hart van de boeren, maar wij scholieren luisterden er gaarne naar, want wij hadden geen gevoelige plaatsen, zoals de boeren uit de prak tijk. Ironisch kon hij het gedicht voorlezen van Staring over de hoofdse boer. Dat was dan een zachte zin speling, dat er zo nog meer boeren waren, al lopen ze dan niet meer met laarzen aan over de kleiweg, naast een nieuw aangelegd hard voetpad! Een beetje wrevelig sprak hij er over, dat de Nederlandse zuivel van de Engelse markt verdrongen was door de Deense doordat wij een slecht en ver valst produkt hadden geleverd! Hij besprak het roten van vlas, dat nog algemeen in de sloten onder de modder gebeurde. De Belgische methode, in stromend water, zou er voor in de plaats moeten komen. Hij kon met afkeuring spreken over de sleur en het tempo van de arbeid. Tot meer overleg en toewijding spoorde hij ons aan. Zo n burger is een stimulans voor het boerenleven. Zo was het al in de tijd dat er geen boerenleen banken waren. Zoals „Jan" zegt is het prachtig, dat de boeren leenbanken er voor het gehele dorp zijn. Ik vind het ook prachtig, dat het benoemen van kandidaten en het verkiezen van bestuursleden en leden van de raad van toezicht voor de boerenleenbanken niet beperkt behoeft te blijven bij de boeren alleen. In de vijftig jaar, dat ik lid van een boerenleen bank ben, hebben er altijd een of twee „burgers" in het bestuur gezeten, doch wij hebben daarvan nooit ongunstige resultaten gezien of gehoord. Daarom kan ik er niet mee instemmen om een boer, omdat hij boer is, preferent te verklaren boven een ander. Preferent zijn voor mij personen, die, behalve dat zij hun woord kunnen doen, ook goed kunnen luisteren en zeer goed zwijgen, in het plaatselijk bedrijfsleven zitten, van geldzaken afweten, een realistische op vatting van het zakenleven hebben en een verstandig oordeel. Lliermede zal ik mijn relaas beëindigen over Boe renleenbanken, Boeren, Burgers en Buitenlui. Hoogachtend, C. v. d. Berg Rzn., oud-boer van Bouwlust te Rijsoord, oud-bestuurslid Coöp. Raiffeisenbank „Ridderkerk". Hartelijk dank heer Van den Berg! Het is wel een lang verhaal geworden, maar wij Itehben het niet durven bekorten, want het is veel te interessant te horen hoe het ging toen onze grootouders jong waren! üe heer Van den Berg (76 jaar) is goed van memorie en dal ondanks het feit. dat hij op 10-jarige leeftijd de school al achter de rug had. Wij hebben dat ook al uit zijn bijdrage in het julinummer kunnen merken. Onze rubriek staut het zij hier ter aansporing gezegd gaarne open voor herinneringen van „oud gedienden"die de beginjaren van de boerenleen banken betreffen. En dat vooral wanneer die oud gedienden, net als de heer Van den Berg, ook nog een wijs woord voor onze hedendaagse problemen hebben. Na ons uitvoerige naschrift in het vorige nummer behoeven wij, wat „Jan' betreft niets meer te zeggen. De mening van de heer Van den Berg vormt een mooie aanvulling op de onze. Verhuizing cliënten Geachte redactie, Naar aanleiding van de in de Raiffeisen-Bode van juli 1961 opgenomen brief van de Raiffeisenbank 's-Gravenhage, i.z. het verhuizen van cliënten van de aangesloten banken, stel ik U voor bij het aflossen van een spaarbankboekje wegens verhuizing naar el ders, de klant een formuliertje mede te geven, waarop niet alleen het juiste adres van de nieuwe bank staat, zo mogelijk met uren van opening, maar ook een specificatie van het saldo. Thans worden de spaarders, die hun geld laten overmaken zonder bewijs weggestuurd, hetgeen m.i. ongewenst is. Bij het aflossen van een lopende rekening wegens verhuizing kan hetzelfde formuliertje dienst doen. Wel zal het m.i. aanbeveling verdienen voortaan in de adreslijst van de aangesloten banken ook de uren van opening te vermelden, ten einde de nieuwe klanten een vergeefse reis naar de desbetreffende bank te besparen. Het zal wel meer tijd kosten aan het loket het desbetreffende formulier uit te tikken of te schrijven, maar niet alleen boerenleenbanken in de industrie centra, maar ook de andere banken van onze orga nisatie zullen er te gelegener tijd de voordelen van 401

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 35