lijke kwitantie, waarop de ontvangst van een deel van de verschuldigde rente wordt erkend, indien het totale bedrag van de rentetermijn hoger is dan 20,—. In het boven gegeven voorbeeld is dus voor elk van beide kwitanties van 15, zegelrecht ad f 0,15 verschuldigd omdat de totale rentetermijn 30,bedragen heeft. Vindt de erkenning van de ontvangst der gedeeltelijke rentebetalingen plaats op één en hetzelfde papier, dan is slechts éénmaal zegelrecht ad 0,15 verschuldigd, en wel voor de kwijting van de eerste (gedeelte lijke) rentebetaling. Volgens art. 36 van de Zegelwet is namelijk geen afzonderlijk ze gelrecht verschuldigd voor kwitanties we gens ontvangen sommen, welke worden gesteld op hetzelfde papier, waarop reeds een gezegelde kwitantie voor een in minde ring van dezelfde schuldvordering ont vangen som voorkomt, mits uit de inhoud van de latere aantekening op de kwitantie duidelijk blijkt, dat de betaling betrekking heeft op dezelfde schuldvordering. Daarbij wordt elke termijn van huren en renten als een afzonderlijke vordering aangemerkt. Veelal zal het echter bezwaarlijk gevon den worden, de gedeeltelijke betalingen van de rentetermijn op één en hetzelfde papier te vermelden, want de schuldenaar zal ge woonlijk de kwitantie voor de eerste beta ling niet bij zich hebben, als hij de tweede betaling komt doen. Wanneer de schulde naar de rentetermijn niet direct volledig heeft betaald, is het goed wanneer de bank hem verzoekt, bij het verrichten van de tweede betaling de kwitantie bij zich te hebben. Het vermelden van de tweede, derde (enz.) betaling van één rentetermijn kan dus zegelvrij op de kwitantie, die voor de beta ling van de eerste termijn wordt afgegeven, geschieden. Men kan dit echter niet toepassen voor betalingen, die wegens de verschuldigdheid van verschillende rentetermijnen plaatsvin den. Voor elk van die betalingen moet af zonderlijk zegelrecht voldaan worden, ook als deze betalingen op één en hetzelfde pa pier vermeld zouden worden. Indien de debiteur verschillende termij nen van rente en aflossing ineens betaalt, behoeft uiteraard alleen één gezegelde kwi tantie opgemaakt te worden. Een goede buil' is beter dan een verre vriend. Dit spreekwoord heeft voor de heer P. C. Joosse uit Middelburg op 28 augustus wel een bijzon dere betekenis gekregen. Op deze dag wipte hij namelijk even uit zijn sigarenmagazijn op de Vlasmarkt over naar zijn „buur", de Coöpera tieve Boerenleenbank „Sint-Laurens", om wat geld weg te brengen. Een voor de heer Joosse op deze dag nog normale handeling, maar vrij dagavond drong de bijzondere betekenis hier van tot hem door, toen hij in het hoofdkantoor van de boerenleenbank te Sint-Laurens werd ontvangen. Want hier deelde de voorzitter van de bank, de heer A. W. Zandee, hem mee, dat hij op 28 augustus voor de boerenleenbank „Sint- Laurens" met zijn inleg precies de 5 miljoen had volgemaakt. En ongemerkt had men dit niet voorbij willen laten gaan. Dus was het be stuur van de bank vrijdagavond bijeen geko men om in klein comité de heer Joosse te be danken en te huldigen met zijn bijzondere in leg. Op de foto van links naar rechts zien wij de voorzitter van het bestuur, de heer A. W. Zandee, de heer W. Davidse Jzn., kassier, en de heer P. C. Joosse. ST. LAURENS

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 33