DE INSPECTIE VAN DE CENTRALE BANK Het is bij velerlei activiteiten van de aan gesloten banken steeds duidelijker hoezeer onze banken en de Centrale Bank op elkaar zijn aangewezen. De Centrale Bank is het administratief, financieel en organisatorisch centrum. De aangesloten banken kunnen, mede door de werkzaamheid van de Centrale Bank, op steeds groter gebied hun eigen activiteiten ontplooien. In de laatste jaren heeft een bepaald aspect van deze samenwerking de bijzondere aan dacht, nl. het contact van functionarissen van de Centrale Bank met bestuurders en direc teuren/kassiers van de banken op een breder terrein dan de traditionele administratieve inspectiewerkzaamheden. Geconstateerd kan worden, dat met de vernieuwing en versnel ling van de communicatiemiddelen ook de behoefte groeide aan meer wederzijdse ge- spreksmogelijkheden. Toezicht, controle en adviezen De wijze, waarop vanaf het begin van de organisatie het toezicht en de controle op de aangesloten banken waren geregeld, kreeg vorm in de inspectie. Hetgeen de Centrale Bank door middel van de inspectie verrichtte, was niet alleen een statutaire verplichting, doch werd in de loop der tijden ook een belangrijke factor bij de beoordeling van de degelijkheid van de organisatie. Toen de Nederlandsche Bank het bedrijfseconomische toezicht op het kredietwezen, voorzover het de aangesloten banken betrof, aan de Cen trale Bank delegeerde, was dit de erkenning van een eigen verantwoordelijkheid, welke door onze instelling kon worden gedragen, dank zij een goed werkend inspectieapparaat. Werd eertijds de inspectie onderverdeeld in een binnendienst en een buitendienst, na de jongste wijzigingen in de organisatie van de Centrale Bank kan gesproken worden van twee gescheiden afdelingen, waarvan de buitendienst de naam inspectie heeft behou den. Het werk van de inspectie is hierdoor zeer zeker niet minder geworden, want niet alleen werd het karakter van de controle werkzaamheden meer ingewikkeld, doch er ontstond ook een aantal nieuwe taken, welke steeds meer tijd gingen vragen. Het accent kwam in belangrijke mate te liggen op het technisch adviseurschap van de Centrale Bank. De voortschrijdende mechanisatie van de administratie is daarvan een voorbeeld; de werkzaamheden, verband houdende met fusies, eveneens. De noodzaak, meer aan dacht te schenken aan deze zijde van de in spectiewerkzaamheden, verplichtte de Cen trale Bank de inspectie verder uit te bouwen. Decentralisatie De vraagstukken, waarmede de inspecteurs in hun werk worden geconfronteerd, zijn meestentijds van algemene aard, doch hebben veelal ook een regionaal karakter. Uit de ervaring, welke werd opgedaan met de vesti ging van een aantal inspecteurs in verspreide plaatsen, is gebleken, dat de inspecteur, door geregeld contact met een kleinere groep ban ken, eerder met de bestaande regionale moei lijkheden vertrouwd raakt en dat men daar door in onderling overleg sneller tot een oplossing komt. In een geografisch kleiner verband komt men er ook vlugger toe regio nale problemen aan de orde te stellen dan vanuit een centraal punt. Het afwegen van de voor- en nadelen van de huidige, in hoofdzaak gecentraliseerde, organisatie van de inspectie en van een voort gezette decentralisatie heeft het bestuur van de Centrale Bank doen besluiten de aange sloten banken in rayons te groeperen en de De nieuwe rayonindeling 379

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 13