dat een herverdeling van het nationale in komen beoogt zal ook moeten worden overwogen in hoeverre de landbouw in feite een bijdrage levert aan de nationale wel vaart. Met trots mag de agrarische sector wijzen op grote prestaties, door niet alleen het dichtstbevolkte land van West-Europa van het benodigde voedsel te voorzien, doch tevens een belangrijke exportoverschot te leveren. De vraag rijst derhalve in hoeverre bij het prijsbeleid de landbouw deel kan krijgen in de welvaartsstijging. Valorisatiebeleid Hoe het prijsoverleg ook uitvalt, vast staat wel, dat weer belangrijke bedragen moeten worden bijgepast. De bij de 2e Kamer inge diende begroting van het Landbouw-Egali- satie-Fonds sluit met een nadelig saldo van j 320 miljoen. Voor de melkprijstoeslag is voorlopig een bedrag uitgetrokken van 258 miljoen tegen 316 miljoen in 1961. De lagere raming houdt waarschijnlijk mede verband met het streven van de regering om via de markt hogere prijzen te realiseren. De hiervoor in het agrarische jargon de laatste tijd veel gebruikte term van „valorisatie- politiek'' werd zelfs in de Troonrede gebe zigd. De aan de landbouw gewijde passage luidt: „De regering zal haar aandacht blij ven geven aan een gezonde ontwikkeling van de landbouwproduktie en aan de verbete ring van de afzet. In nauwe samenwerking met het georganiseerde bedrijfsleven zal zij streven naar een verantwoord valorisatie beleid voor de agrarische produktie." Aangezien met name voor de zuivelpro- dukten feitelijk een open verbinding bestaat tussen de binnenlandse en de buitenlandse markt, zijn in beginsel de prijzen van de internationale overschottenmarkt bepalend voor het opbrengstniveau bij de afzet in ons land. Wanneer men bedenkt, dat onge veer 40 van de melk in de vorm van zui- velprodukten wordt geëxporteerd, doch 60 als consumptiemelk en als zuivelpro- dukt, waarvan boter en kaas de voornaam ste zijn, in eigen land wordt geconsumeerd, dan is het duidelijk, dat de binnenlandse markt voor het tot waarde brengen van de melk zeer belangrijk is. Waar het binnen lands prijspeil tot nu toe wordt bepaald door de overschotsituatie op de wereldmarkt en belangrijk ligt beneden de, op zich zelf be trekkelijk lage, kostprijs, betekent zulks volgens de voorzitter van het Landbouw schap „dat niet de veehouderij een zeer groot gedeelte van de garantiebedragen verkrijgt, maar dat deze een subsidie bete kenen voor de binnenlandse consumenten van zuivelprodukten In het kader van het bedoelde valorisatie beleid wordt nu overwogen een scheiding te weeg te brengen tussen binnen- en buiten landse markt. Dit zou mogelijk zijn door een produktieheffing, die in het binnenland wordt doorberekend, doch bij export wordt gerestitueerd. Wanneer op deze wijze de bin nenlandse consument voor de melk- en zui velprodukten een redelijke en vooral ook een zo stabiel mogelijke prijs in rekening zou kunnen worden gebracht, zou dit inder daad een ontlasting van de schatkist kunnen betekenen. Daardoor zou in wezen ook een meer gezonde oplossing voor de problemen rond het melkprijsbeleid worden verkregen. Deze maand onze hartelijke gelukwensen aan het bestuur van de Coöperatieve Boerenleen bank „Tietjerk". Het totaal in de spaarbank is boven de 3 miljoen gestegen en wel door een inleg van de heer C. J. M. Ettema te Hardegarijp. Hij ontving een extra-bij schrijving van 100,op zijn spaarboekje. Op de foto van rechts naar links de heren Ettema, Westra (voorzitter) en Tjeerdsma (kassier). TSETJERK 377

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 11