organisatie kalender
Nagekomen bericht:
Als gevolg van de fusie tussen de
banken te Menaldum en Beetgum
moesten de colleges een reorganisatie
ondergaan en nam de heer J. Veninga
afscheid.
Hij was vanaf 1934 opgetreden als
voorzitter van de Coöperatieve Boe
renleenbank „Beetgum" en diende
deze bank dus ruim 26 jaar.
31 juli De Coöperatieve Boerenleen
bank - Raiffeisenbank - „Amstel
veen' opende haar nieuwe vestiging
aan de Rembrandtweg 61.
Over augustus lezen we nog even na:
1 augustus Opening bijkantoor door
Coöperatieve Raiffeisenbank „Haar
lem" aan de Rijksstraatweg 80.
29 augustus De Coöperatieve Boeren
leenbank „Olst (dorp)" neemt een
nieuw bankgebouw in gebruik, dat
door de burgemeester officieel is ge
opend.
Het bestuur recipieert na afloop in
hotel Dalhuisen.
31 augustus De heer C. J. Steenpoorte
legt zijn functie neer als kassier
van de Coöperatieve Boerenleenbank
„Poortvliet" na deze bank ruim 16
jaar te hebben gediend.
Het afscheid vindt in besloten kring
plaats.
Ditmaal alleen twee scheidende functio
narissen en de opening van nieuwe bank
gebouwen resp. bijkantoren.
Wij willen niet nalaten de heren Veninga
en Steenpoorte hartelijk dank te zeggen
voor hetgeen zij ieder op de eigen
plaats in onze organisatie in het be
lang van het boerenleenbankwezen heb
ben gedaan. Onze beste wensen verge
zellen hen verder.
Voor Amstelveen, Haarlem en Olst ver
trouwen wij, dat aan alle verwachtingen
zal kunnen worden voldaan en de nieuwe
kantoren in de algemene ontwikkelings
gang hun steentje zullen bijdragen.
Vervolg van pag. 265.
In Afrika bestaat in de meeste landen
geen samengestelde, oude sociaal-economi
sche structuur en is er tot dusverre slechts
een lichte bevolkingsdruk op het land merk
baar. Het probleem is hier de mensen, die
leven op basis van een economie waarin de
produktie uitsluitend is afgestemd op voor
ziening in eigen vrij eenvoudige levensbe
hoeften, te brengen tot een produktie voor
de wereldmarkt. Alleen langs deze weg zul
len de nieuwe Afrikaanse staten de be
schikking kunnen krijgen over de middelen,
die zij voor de opbouw van hun landen no
dig hebben. Tot dusver zijn praktisch alle
investeringen in deze landen afkomstig uit
het buitenland. Slechts de Europeanen, die
in Afrika boerenbedrijven, mijnen en hout
zagerijen exploiteerden, waren de grote ex
porteurs.
De Afrikaanse boer is echter hoofdprodu
cent geworden van bepaalde exportoogsten,
met name van Westafrikaanse cacao. Hier
van zijn de economie van Ghana en Nigeria
in hoge mate afhankelijk. In Oost- en Cen
traal Afrika heeft hij ook een belangrijk
Afrika
266