DE LANDBOUWCOÖPERATIE IN DE WERELD zover mogelijk door deze te vergelijken met andere in of buiten de boekhouding beschik bare gegevens, waarmede de cijfers verband kunnen houden of waarvan zij afhankelijk zijn. Interne boekhoudkundige gegevens worden zoveel mogelijk geverifieerd aan de hand van externe bewijsstukken. Voorts kan de met de ontwikkeling verbonden voort gaande taakdeling nieuwe mogelijkheden scheppen om door doelmatige functieschei ding verder tegemoet te komen aan de eisen van de interne controle. Naarmate het bedrijf groter wordt zal het nodig zijn de gang van zaken samen te vatten in een overzichtelijk werkschema, terwijl de daaruitvolgende taakstellingen zullen worden vastgelegd in instructies. Ook de externe controle-instantie zal aan de hand van een en ander kunnen nagaan, welke waarde zij bij het inrichten van haar controle kan toekennen aan de in de admi nistratieve organisatie verweven maatrege len van de interne controle. Van een instructie, die wel een begren zing aangeeft van de taak, doch tevens vol doende ruimte dient te laten voor het ont wikkelen van ideeën en initiatieven, mag niet worden afgeweken dan met toestem ming van de verantwoordelijke kassier, die regelmatig zal moeten toezien op de na leving. De interne organisatie is de aandacht waard De verzorging van de organisatie is geen eenvoudige arbeid en moet worden gezien als een taak op zichzelf, welke speciaal bij grotere banken blijvend de bijzondere aandacht van de kassier vraagt. Het is ook een dankbare taak, omdat daarmede in een dynamisch bedrijf steeds weer goede resultaten kunnen worden be reikt, welke verstarring en onnodig werk voorkomen en de ordelijke rust in het be drijf bevorderen. In een van de volgende nummers hopen wij in deze rubriek op enkele algemene toe passingen terug te komen. Vanzelfsprekend kan het zijn nut hebben bijzondere proble men bij de jaarlijkse inspectie te bespreken. Het is goed ons te realiseren, dat de coö peratieve gedachte niet overal ter wereld leeft zoals bij ons. Evenals de welvaart is de landbouwcoöperatie slechts het bezit van een klein gedeelte van de wereldbevolking. In dit licht moeten wij ook de aansporing zien, welke in de rubriek „Wat ons bezig houdt" uit de encycliek „Mater et Magi- stra" naar voren is gehaald. Enkele Europese landen kunnen traditio neel coöperatief genoemd worden, met na me de Scandinavische landen, Nederland, Frankrijk en Duitsland. In deze landen zijn dan ook weinig boeren geen lid van een coöperatie. Kredietverlening, aanvoer, aan- en verkoop, en ook dikwijls verzekering, geschieden via eigen organisatie. Waar de eerste doelstellingen zijn bereikt, wordt in coöperatief verband vooruitgang nage streefd, zoals op het gebied van afzet, mo dernisering en rationalisering van de be drijfsvoering e.d. Engeland In enkele andere, overigens ontwikkelde Europese landen, is de groei van de land bouwcoöperatie achtergebleven. Zo kon in Engeland pas na de tweede wereldoorlog gesproken worden van enige werkelijke in vloed op dit gebied. Reeds lang voordien bestonden er betrekkelijk kleine en geïso leerde verenigingen. De toestand tijdens en onmiddellijk na de laatste wereldoorlog gaf de eerste stoot tot een zeer intensieve en tegelijk arbeidbesparende voedselproduktie. Hierdoor waren de coöperatieve orga nisaties meer dan ooit in de gelegenheid zich voor hun boerenleden onmisbaar te 264

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 34