geheel niet op zijn plaats. Op de eerste plaats is angst Bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank assistent-inspecteur de landbouwcoöperaties lijkt mij sterk overdreven en een slechte raadgeefster voor een goed bestuursbe leid en op de tweede plaats dient niet uit het oog te worden verloren, dat de belangen van de landbouw coöperaties, b.v. van een aankoopvereniging, méér liggen bij deze coöperaties zelf en dus daar be handeld moeten worden, zo moeten ook de belangen van de middenstand op de eerste plaats worden be hartigd door de middenstandsvereniging. Het bestuur van een boerenleenbank is zich wel bewust van de belangen van de landbouwcoöperaties en zal hier volledig achterstaan. Maar de landbouw coöperaties zelf vormen mijns inziens geen punt van haar beleid. Te oordelen naar Jan's opmerking: „Het laatste nieuws is de verkiezing van een molenaar als be stuurslid", is Jan zeker geen bestuurslid van een boerenleenbank. Nu Jan maak je daar geen zorgen over, niet de smid, slager en molenaar beslissen of de boeren tweehonderd of twintigduizend varkens zullen houden, maar het bestuur als geheel beslist over de zaken, die tot het beleid van de bank behoren Een bestuurslid, dat ongeacht zijn beroep, zijn per soonlijke belangen zou stellen boven die van de bank of haar leden, zou niet geschikt zijn voor zijn functie en uit het bestuur dienen te worden verwijderd. Voor een juist bestuursbeleid is het beslist nood zakelijk, dat een bestuur zich terdege beraadt, welke kandidaat (of kandidaten) gesteld moet worden in een vacature, waarvoor een nieuw bestuurslid moet worden gekozen wegens bedanken of een andere reden. Deze voordracht moet zoveel mogelijk accep tabel zijn voor de leden, omdat zij dan geen gebruik behoeven te maken van de mogelijkheid deze voor dracht met meerdere kandidaten aan te vullen. Met het bovenstaande heb ik willen zeggen, dat iemand niet in het bestuur zit, omdat hij smid, slager, molenaar of zelfs boer is. Men zit in het bestuur van de bank enkel en alleen om de belangen van de bank en daarmede van de leden te behartigen. Wie meent, dat een bestuurslid zijn privébelangen als molenaar, boer of wat dan ook dient, ziet de zaak verkeerd en heeft geen begrip van de verantwoordelijkheid, die een bestuursfunctie meebrengt. Als wij het juiste be grip hebben voor de bestuursfunctie, zullen wij inzien, dat onafhankelijk van de personen, die in een bestuur zitten, onze banken het belang van hun leden dienen. Dit is nooit ,,de boer ten schaad", maar altijd „de boer ten baat". Hoogachtend, Jac. Schut, kassier Coöp. Boerenleenbank Castricum Naschrift van de redactie: Er zit een „lijn" in deze drie stukken! Het eerste stuk is het volkomen met „Jan" eens. De tweede inzender kan blijkbaar nog wel enig begrip voor de mening van „Jan" opbrengen, want hij spreekt over bestuursleden, die geen volbloed coöperatoren" zijn. maar anderzijds distancieerl hij zich toch wel heel sterk van de bezwaren van „Jan'. Hij acht het een logische consequentie, dat wanneer een bank veel niet-agrarische leden telt, deze laatslen ook in de St. Jacobsstraat 30 te Utrecht kunnen enige mannelijke assistenten geplaatst worden in de rang van Vijfdaagse werkweek in de buitendienst. Leeftijd 20 tot 25 jaar. Diploma H.B.S. 5 j. c. vereist, praktijkdiploma boekhouden zeer gewenst. Deze afwisselende werkkring biedt goede vooruitzichten: Opname in gunstige pensioenregeling op 25-jarige leeftijd adjunct-inspecteur en inspecteur Verdere studie, M.B.A. of S.P.D. wordt verwacht en onzerzijds ondersteund door maandelijkse studietoelagen en gratificaties Schriftelijke sollicitaties te richten aan de afdeling Personeelszaken 261

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 31