FINANCIEEL OVERZICHT Buitenlandse handel na revaluatie Geleidelijk schijnt de invloed van de re valuatie op de Nederlandse handel met het buitenland merkbaar te worden. Met opzet gebruiken wij hier het woord „schijnt", om dat ook andere dan monetaire factoren uit werking op de buitenlandse handel hebben en de kracht van iedere factor afzonderlijk de kans hierop is niet bijzonder groot, ge zien hetgeen hierboven is opgemerkt t.a.v. de scheepvaart, de K.L.M., enz. Daling binnenlandse kredietverlening Men moet uiteraard hopen, dat de reva luatie van de gulden niet over het gestelde doel heen zal schieten. Dat doel was: af koeling van de oververhitte conjunctuur en behalve de revaluatie zijn hiertoe nog an dere maatregelen genomen, zoals verscherp te voorschriften inzake huurkoop, afbeta ling en voortgezette prijsbeheersing. Hierbij komt, dat de Nederlandsche Bank de bin nenlandse kredietverlening zeer nauwkeurig volgt. Wanneer bepaalde normen worden overschreden, zal het bankwezen verplicht worden tot storting van renteloze bedragen bij de Nederlandsche Bank. In ons land kan deze politiek stellig effectief werken, in tegenstelling b.v. tot Engeland. Daar is het bankwezen verzocht het totaal van de kre dietverlening niet alleen niet uit te breiden, doch zelfs in te krimpen. Aan dit verzoek wordt voldaan, maar het heeft weinig uit werking, omdat de financieringsmaatschap pijen zich met volle kracht hebben gewor pen op het verkrijgen van deposito's, waar mede zij nieuwe kredieten kunnen verstrek ken. Zij kunnen, gezien de winstmarge, een hoge rente voor deze deposito's vergoeden. In ons land is de situatie geheel anders, zo dat de Nederlandsche Bank de besturing van de binnenlandse kredietverlening volko men zelfstandig ter hand kan nemen. Ove rigens vertoont deze kredietverlening geen tekenen van overspanning, althans niet in het eerste halfjaar 1961 blijkens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubli ceerde gegevens van de representatieve han delsbanken per 30 juni jl. Blijkens deze statistiek bedroegen de vorderingen op de binnenlandse particuliere sector op die da tum 3.916 miljoen tegenover f 4.033 mil joen op 30 april en 3.952 op 31 mei. Des- Invloed van revaluatie op de Nederlandse buitenlandse handel. Tekort op handelsbalans in Ie halfjaar 1961 f 1,7 miljard. Afremming kredietexpansie. Vermindering deviezenbezit handelsbanken. Majorering op laatste 4 °/o staatslening. eerst na verloop van een enigszins lange tijd kan worden vastgesteld. Met enige voorzichtigheid echter mag men uit de han delsstatistiek van het eerste halfjaar wel concluderen, dat de revaluatie van de gulden een rol van betekenis heeft gespeeld. Van de aanvang af was dit reeds duidelijk hij de scheepvaart, de K.L.M., bij typische export bedrijven en ook de laatstelijk bekend ge maakte cijfers betreffende de bedrijfsresul taten van Philips in het eerste halfjaar 1961 hebben tot op zekere hoogte de invloed van de revaluatie weerspiegeld. De statistiek van de buitenlandse handel geeft voor het tweede kwartaal van het lopende jaar, in vergelijking met de overeenkomstige pe riode van 1960, een stijging van de invoer te zien met 8V2 °/o, waar tegenover de ex port met nauwelijks één procent is toege nomen. Vermoedelijk is de uitvoer, naar volume gerekend, sterker gestegen, omdat prijsdalingen zijn veroorzaakt door de in ternationale concurrentie. Het dekkings percentage in het tweede kwartaal bedroeg 81, in het eerste kwartaal nog 83. De han delsbalans geeft in de eerste helft van het lopende jaar een tekort te zien van onge veer 1,7 miljard. Wanneer zich geen op zienbarende veranderingen voordoen mag men dus aannemen, dat het tekort in 1961 ongeveer 3 miljard zal bedragen, tegen over slechts 1,9 miljard in het gehele jaar 1960. Hieruit volgt, dat het voordelig saldo van de lopende rekening, dat in 1960 onge veer 1,2 miljard bedroeg, zal slinken tot enkele miljoenen, tenzij het dienstenverkeer voor een belangrijk tegenwicht zorgt. Maar 247

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 17