niet bereid zijn geweest gezamenlijk een
grote reclame te maken voor het Nederlandse
produkt. Bij de eieren ziet men dat onze
Poolse en Deense concurrenten op een zeer
doelmatige wijze reclame maken voor hun
produkt. Ook de zware concurrentie bij de
afzet van ons slachtpluimvee vooral ver
oorzaakt door aanbod van een diepgevroren,
panklaar produkt uit de U.S.A., dat aan hoge
eisen van kwaliteit en smaak voldoet
noodzaakt tot een hernieuwde oriëntatie van
onze slachtkuikenindustrie. Met name een
integratie zou hier wel mogelijkheden bieden,
waarbij gedacht wordt aan samenwerking
tussen fokkers, vermeerderaars, broederijen,
opfokkers en slachtbedrijven.
Binnenlandse markt
De afzet van onze landbouwprodukten
staat momenteel in het middelpunt van de
belangstelling, van een zelfs zeer kritische
belangstelling. Daarbij rijst met name de
vraag of de Nederlandse belangen bij de
agrarische export op een redelijke wijze wor
den behartigd, of het afzetapparaat wel
zodanig is ingericht, dat ook de best moge
lijke linanciële opbrengst wordt verkregen.
Hoewel voor ons kleine landje de grote
agrarische export zeer belangrijk is en de
exportpositie voor vele produkten bepalend
is voor de prijsvorming mag de binnenlandse
afzet niet worden vergeten. Integendeel, de
Nederlandse consument blijft met zestig
procent toch nog steeds de grootste afnemer
van onze land- en tuinbouwproduktie. Hoe
wel de binnenlandse afzet enerzijds moei
lijker gaat worden, biedt deze anderzijds ook
meer en nieuwe mogelijkheden. Maar op de
binnenlandse markt zal de concurrentie
kunnen toenemen. Wanneer wij nl. in het
internationale verkeer, en met name ook in
de E.E.G., verlangen dat het buitenland wel
onze produkten afneemt dan heeft het geen
zin de invoer in ons eigen land tegen te gaan.
Daardoor zal een importeur met een aan
trekkelijk produkt en een goed opgezette
propaganda vat kunnen krijgen op onze
binnenlandse markt. Vooral de grote, goed
geconcentreerde bedrijven zullen van deze
kansen zeker gebruik maken.
Daarnaast biedt echter de grote welvaart
nieuwe mogelijkheden. In de zelfbedienings
winkel, die steeds meer de klassieke winkel
gaat vervangen, koopt de consument visueel,
zodat de verpakking daarop ingesteld moet
zijn. Daarbij richt de vraag zich in veel
sterkere mate op kwaliteitsartikelen. Tot nu
toe werd in ons land vaak slechts die kwali
teit op de markt gebracht die men niet aan
het buitenland kwijt kon. De stijgende wel
vaart stelt de consument in staat meer
kwaliteitsartikelen te kopen. Daarbij treedt
een verschuiving op van zetmeelrijke naar
eiwit- en vitaminerijke voedingsmiddelen.
Bovendien ziet men dat bij een hoger wel
vaartspeil een groter aandeel van de agra
rische produktie een verdere be- of ver
werking ondergaat alvorens levering aan de
consument plaats vindt. Dit betekent dat de
producent in toenemende mate geconfron
teerd wordt met de eisen, die de verwerken
de industrie met betrekking tot kwaliteit en
hoedanigheid van de te verwerken produkten
stelt.
Een christelijke industrie- en huishoudschool
heeft het eens anders willen doen dan anders.
In plaats van een docente van het Gezins-
Begrotings-Instituut uit te nodigen een lezing
op deze school te houden, is een der leraressen
met de leerlingen van de assistentenklas naar
het bureau van het G.B.I. gekomen. Hier heb
ben de meisjes, als het ware in het hart van
het instituut, een uiteenzetting aangehoord
over het werk en de organisatie van het G.B.I.
Hopelijk hebben zij als zovelen voor haar
hierna het G.B.I. voorgoed een plaatsje in haar
eigen hart gegeven.
Onder de van tijd van tot tijd op bezoek
komende buitenlanders bevond zich onlangs
een uit twintig personen bestaande groep van
bestuursleden van Verbraucherverbande, aan
gesloten bij de Verbraucherzentrale Nord-
Rheinland/Westfalen.
Van de Coöp. Boerenleenbank „Zutphen"
ontvingen wij de verheugende mededeling, dat
deze bank het totaaltegoed van 7 miljoen in
de spaarbank heeft overschreden.
Op 3 februari 1958 was het tegoed bij deze
bank nog maar 3 miljoen, terwijl de 4
miljoen op 31 januari 1959 werd bereikt. Een
jaar later, op 15 januari 1960, was men aan de
5 miljoen toe, terwijl op 30 augustus 1960 de
6 miljoen alweer werd bereikt. Zutphen kan
dus terugzien op een goede ontwikkeling, die
nog steeds stand blijft houden.
291
ANDERS DAN ANDERS
ZUTPHEN