BEDRIJFSFINANCIERING BIJ UITGIFTE IN ERFPACHT EN EIGENDOM VAN GRONDEN IJSSELMEERPOLDERS Men weet, dat de thans reeds droogge legde polders (de Wieringermeerpolder en de Noordoostpolder) vrijwel geheel uitgege ven zijn in pacht. Het Landbouwschap heeft herhaalde malen bij de regering erop aan gedrongen, de bedrijven niet alle in pacht, doch gedeeltelijk ook in erfpacht dan wel eigendom uit te geven. Ook in de Tweede Kamer is de vorm, waarin de uitgifte plaats gevonden heeft, herhaalde malen ter sprake gekomen. In 1956 werd door de Kamer de motie Biewenga aanvaard. In deze motie wordt bij de regering erop aangedrongen, de gronden gedeeltelijk in pacht, gedeeltelijk in erfpacht en gedeeltelijk in eigendom uit te geven. In het voorjaar van 1961 is de kwestie van de uitgifte van landbouwgronden in de IJsselmeerpolders andermaal in de Tweede Kamer van de Staten-Generaal aan de orde gekomen. De regering deelde thans mede, hetzelfde standpunt te huldigen als de motie Biewenga, namelijk dat naast uitgifte in pacht en erfpacht ook uitgifte in eigendom in aanmerking komt. Dit zou echter volgens de regering niet betekenen dat er reeds op korte termijn met de uitgifte in eigendom een aanvang zal kunnen worden gemaakt. Er waren allerlei factoren, die zich ertegen verzetten om thans reeds tot uitgifte van gronden in eigendom over te gaan. Tenslotte deelde de Regering mee, dat de problemen bij het uitgiftebeleid ter bestudering waren opgedragen aan een speciale, interdeparte mentale commissie. Deze commissie is on dertussen nog niet met haar rapport gereed gekomen. De bedoelde interdepartementale commissie werkt geheel onafhankelijk en los van de studiegroep van het Landbouw schap, welke thans haar rapport heeft op gesteld. wiens naam de rekening wordt gesteld, na te laten. Hij houdt het boekje onder zich, om, wanneer hij het gestorte bedrag nodig heeft, er weer zelf over te kunnen beschik ken. Zoals wij zojuist hebben uiteengezet, is het echter zeer onzeker of deze doelstel ling ook wordt bereikt. Iemand die dit wil doen zal veel beter een rekening ten eigen name bij de boerenleenbank kunnen openen en bij uiterste wil de bepaling maken, dat het op die rekening ten tijde van zijn over lijden staande bedrag uitgekeerd moet wor den aan hem of haar, die hij wil bevoor delen. Het Landbouwschap heeft ongeveer een jaar geleden een studiegroep in het leven geroepen, ten einde de problemen te bestuderen, die zich kunnen voordoen bij bedrijfsfinanciering in geval van uitgifte van bedrijven in 1 Jsselmeergronden. Deze studiegroep had daarbij tevens tot taak te onderzoeken, of er mogelijk bepaalde vormen van uitgifte in erfpacht of eigendom zouden zijn, waarbij de problemen van de bedrijf sfinanciering zouden worden verlicht. De studiegroep heeft vergaderd onder voorzitterschap van mr. t'. A. Stein. chef van onze ju ridische afdeling. De studiegroep is thans met haar rapport gereedgekomen. Wij willen hier enkele punten van dit rapport betichten, omdat wij aannemen, dat de inhoud van dit rapport voor vele der bij ons aangesloten banken van belang kan worden geacht. Het tot nu toe gevolgde uitgiftebeleid Vervolg van pag. 315 316

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 34