Uitdrukkelijk zij er op gewezen, dut de
„rente" verschuldigd is door degene, die het
genot van het perceel heeft, hetzij als eige
naar, hetzij krachtens een ander zakelijk
recht (erfpacht, vruchtgebruik enz.). In geval
dat b.v. op een perceel vruchtgebruik rust, is
de vruchtgebruiker verplicht de „ruilver
kavelingsrente" te betalen en niet de blote
eigenaar.
Wel bepaalt de wet, dat de eigenaar bij het
eindigen van het vruchtgebruik aan de
gebruiker moet vergoeden, hetgeen deze ge
acht moet worden aan aflossing te hebben
betaald, anders zou de eigenaar profiteren
van de door de vruchtgebruiker gedane af
lossingen.
Is het perceel verpacht, dan moet de ver
pachter de „ruilverkavelingsrente" betalen en
niet de pachter.
Afkoop „ruilverkavelingsrente"
In de ruilverkavelingswet wordt de moge
lijkheid geschapen om vóór of op de le juli
van elk jaar de verschuldigde rente over de
nog niet ingetreden jaren af te lossen en wel
voor de waarde op genoemde dag. In geval
van afkoop dient de betrokkene daarvan
schriftelijk kennis te geven aan de controleur
der grondbelasting binnen wiens ambtsgebied
de bezwaarde percelen zijn gelegen, door in
vulling van een formulier, dat hiervoor koste
loos verkrijgbaar is bij de controleur.
De controleur berekent zo spoedig mogelijk
het bedrag van de afkoopsom, aan de hand
van de daarvoor bestemde gegevens. Hij
geeft dan van dit bedrag, alsmede van de dag
waarop uiterlijk de betaling moet plaats heb
ben, aan de belanghebbende kennis.
Als sluitstuk van ons artikel willen wij
tevens een en ander met betrekking tot hypo
theken mededelen.
Hypotheken
Bij het opmaken van het plan van toedeling
dient de plaatselijke commissie de inzake
hypotheken in de wet opgenomen bepaling in
acht te nemen. Deze bepaling luidt, dat hypo
theken met behoud van rang overgaan op de
kavels of gedeelten van kavels, die in de
plaats van het onroerend goed waarop zij
i listen worden toegedeeld.
Ter verduidelijking zij allereerst vermeld,
dat met behoud van rang betekent, dat de
hypotheek geacht wordt op de nieuwe kavel
te zijn gevestigd op de dag van de oorspron
kelijke vestiging op het oude perceel (dag
van inschrijving).
Mocht een eigenaar behalve het met hypo
theek belaste perceel nog onbelaste percelen
in het blok hebben en alle percelen tot één
kavel worden geconcentreerd, dan zou het
niet juist zijn de hypotheek op deze kavel te
laten drukken. In zo'n geval gaat de hypo
theek over op een gedeelte van de nieuwe
kavel. Dit gedeelte krijgt een afzonderlijk
kavelnummer.
Zonder enige twijfel rijst bij velen de vraag
of de mogelijkheid bestaat, dat de verkoop
waarde van met hypotheek belast onroerend
goed ten gevolge van de last van de ruilver
kavelingsrente zodanig vermindert, dat reeds
bestaande hypothecaire leningen niet meer
voldoende gedekt zijn. Naar onze mening kan
de beantwoording van vorenstaande vraag
als volgt geformuleerd worden.
In theorie en in het algemeen gesproken
moet het zo zijn, dat het niet gesubsidieerde
gedeelte, dus de ruilverkavelingsrente, onge
veer gelijk is aan de waardevermeerdering,
die de grond krijgt ten gevolge van de ruil
verkaveling.
Indien grond vóór de ruilverkaveling be
last is met een niet te hoge hypotheek en de
waardevermeerdering is ongeveer gelijk aan
de ruilverkavelingsrente, dan ontstaan er
geen moeilijkheden en blijft de bestaande
hypothecaire lening gedekt. De situatie wordt
echter moeilijker indien de „rente" hoger is
dan de pachtwaarde, hetgeen zich b.v. kan
voordoen bij bedrijfsvergroting. In een der
gelijk geval kan de dekking voor de hypo
theek dus wel gedeeltelijk in gevaar komen.
Met het oog op de belangen van de hypo
theekhouders heeft de Cultuurtechnische
Dienst zich bereid verklaard tot overleg en
medewerking in voorkomende gevallen.
Het is zonder meer duidelijk, dat de finan
ciële zijde van de ruilverkaveling een uiter
mate belangrijke aangelegenheid is. Wij
hebben er naar gestreefd in dit artikel inzake
deze materie een zo volledig mogelijk over
zicht te geven. Op deze wijze hopen wij er
in geslaagd te zijn het inzicht van de lezers
te hebben verrijkt.
313