ïïi
3. Krotwoningen
Mocht opruiming van de krotwoningen in
het belang van de ruilverkaveling noodzake
lijk zijn, dan zullen de kosten van de ver
vangende nieuwbouw, na aftrek van even
tuele bouw- en krotopruimingspremiën, kun
nen worden gefinancierd.
4. Warenhuizen en kassen
In ons tweede artikel werd bij boerderijen-
bouw reeds ter sprake gebracht, dat de kos
ten, welke verbonden zijn aan verplaatsing
van opstanden in tuinbouwruilverkavelingen,
niet voor subsidiëring in aanmerking komen.
Voorzover de verplaatsingen voor de tot
standkoming van een verantwoord ruilver
kavelingsplan dringend gewenst zijn, bestaat
de mogelijkheid de ruilverkavelingsfinan
ciering toe te passen.
5. Overige financiering
Het is niet uitgesloten, dat bepaalde wer
ken, die niet voor subsidiëring in aanmerking
komen, toch dienen te worden uitgevoerd,
aangezien deze van belang zijn om de ruil
verkaveling te doen slagen. De kosten van
dergelijke werkzaamheden kunnen worden
gefinancierd. Wel zij opgemerkt, dat finan
ciering van werken in ruilverkavelingsver-
band tot een minimum dient te worden
beperkt. De te financieren voorzieningen be
hoeven de goedkeuring van de Centrale
Cultuurtechnische Commissie. Op de overige
te stellen voorwaarden wordt op deze plaats
niet nader ingegaan.
Ruilverkavelingsrente
Zolang de ruilverkaveling niet geheel is
voltooid, betaalt niemand enige rente van de
door het Rijk voorgeschoten bedragen.
De bijdragen van belanghebbenden in de
kosten voor diverse voor hen uitgevoerde
werken en getroffen maatregelen kunnen
worden opgenomen in de door hen te betalen
eigenlijke ruilverkavelingskosten.
De mogelijkheid bestaat de ten laste van
de aan iedere eigenaar toegedeelde kavel
komende bedragen in één keer te voldoen.
Niemand kan echter daartoe verplicht wor
den, ook niet na de totstandkoming van de
kostenomslag. Men heeft nl. 30 jaren tijd om
de schuld tegen een annuïteit van 5 aan
het Rijk af te lossen, te beginnen met het
jaar, volgende op dat, waarin de ruilver-
kavelingsrente in de kadastrale legger is
aangetekend. Elk jaar moet een gelijk bedrag
betaald worden. J) Deze schuld komt onder
de naam van „ruilverkavelingsrente" op elk
van de nieuwe kavels te rusten en zij blijft,
zolang zij niet is afgelost, daarop rusten, on
verschillig of de kavel in handen van een
andere eigenaar overgaat. De ruilverkave
lingsrente wordt geheel behandeld op de
manier van de grondbelasting. Elk jaar
wordt het bedrag uitgetrokken op het kohier
van de grondbelasting en tegelijk daarmee
Bij de totstandkoming van de ruilverkavelingswet
Bij de Coöp. Raiffeisenbank „De Meern" is
een bedrag van 5 miljoen aan spaargelden
bereikt. Dit kwam door een inleg van de Ver
eniging tot bevordering van de landbouwtuig-
paardfokkerij in Nederland, de V.L.N. uit Bilt-
hoven.
Men vond hierin een aanleiding om dit feit
te herdenken en de voorzitter van het bank-
bestuur te De Meern, de heer J. G. van Eek,
bood aan de V.L.N. een schilderij aan van Toos
Smeele, dat paarden voorstelt van Gelders en
Gronigs type met hun veulens.
Dit geschenk werd aangeboden aan graaf
van Lynden van Sandenburg, voorzitter van
de V.L.N., die hiermede bijzonder verheugd was
en ook uit hoofde van zijn bestuursfunctie
bij de Coöp. Centrale Raiffeisen-Bank te
Utrecht met genoegen de groei van dit
bankbedrijf vaststelde.
Bij deze gelegenheid was het voltallige be
stuur uit De Meern aanwezig, alsmede de heren
Vermeulen en Vermondt namens de V.L.N.
>1
312
heeft men destijds afgesproken dat de „ruiivcr-
kavelingsrente" 5% zou zijn gedurende 30 jaar.
Wanneer men een hoofdsom in dat tijdvak aflost
tegen het gestelde percentage, blijkt de in de af
lossing verdisconteerde rente ongeveer 2 7/8°/o zijn.
Stel dat b.v. een kavel belast is met een schuld
van 1.000,en de eigenaar geen gebruik maakt
van de mogelijkheid dit bedrag contant te voldoen,
dan zal de eigenaar gedurende 30 jaren 50,per
jaar moeten betalen. In totaal betaalt hij dus
30 x ƒ50,1.500,bestaande uit 1.000,
aflossing en 500,rente.
DE MEERN