2. Subsidie boerderijenbouw
De door de boer, voor wie bij de ruilver
kaveling op de nieuw gevormde kavel een
boerderij wordt gebouwd, te leveren bijdrage
in de bouwkosten, wordt afgeleid uit de prijs-
normen van de wet op de vervreemding van
landbouwgronden.
Als waarde van de nieuw te bouwen boer
derijen worden de maxima aangehouden uit
de in de wet opgenomen normen voor goede
bedrijfsgebouwen en zeer goede woningen
van 450 m:t inhoud. Bovendien zijn voor ver
schillende typen en grootte-klassen op basis
van de prijzen per 1 januari 1958 landelijk
gemiddelden berekend inzake de zuivere
bouwkosten voor boerderijenbouw.
Deze bouwkosten zijn met inbegrip van
silo's, mestplaat, gierkelder, water en licht in
de gebouwen, drinkbakjes enz.
De genormaliseerde zuivere bouwkosten
worden met 10 °/o verhoogd (architectenkos-
ten, erfverharding, erfaansluiting). Op basis
van de totale stichtingskostenwordt de
subsidie berekend. Het verschil tussen de
totale landelijk gemiddelde stichtingskosten
en de gemiddelde waarde is de subsidie, die
volgens de daarvoor geldende tabel dus als
vast bedrag wordt bepaald (zie verder onder
categorie C).
3. Meng-subsidiepercentage
De diverse noodzakelijk te treffen voor
zieningen inclusief boerderijenbouw worden,
om reden genoemd in ons tweede artikel, als
totaliteit gesubsidieerd met een meng-
subsidiepercentage.
Het in de laatste zin van het vorige onder
deel genoemde subsidiebedrag kan uiteraard
ook in een percentage worden uitgedrukt (zie
onderstaande tabel). Voor boerderijenbouw
bedraagt de subsidie 30 a 35 °/o.
Ter bepaling van bet mengpercentage
worden de van de diverse werken te ver
wachten waardevermeerderingen, welke
waardestijgingen door het „blok betaald
moeten worden, gesteld tegenover de totale
kosten.
Uit het gegeven voorbeeld blijkt dus, dat
het mengpercentage 62 bedraagt. Dit percen
tage zal gelden voor alle werkzaamheden in
het blok d.w.z., dat het gesubsidieerde ge
deelte van uitgevoerde en betaalde onder
delen bij de afd. financiële aangelegenheden
van de Cultuurtechnische Dienst geboekt
worden op het subsidieartikel.
Het niet gesubsidieerde deel wordt daaren
tegen geboekt op de z.g. kapitaaldienst; dit
betreft dus de kosten, die als totaliteit ver
haald worden op de belanghebbenden. Iedere
belanghebbende betaalt al naar mate het nut,
dat de uitgevoerde werken voor hem hebben
opgeleverd.
Deze kosten omvatten zowel de utiliteits
werken als ook de kosten van boerderijen
bouw met inbegrip van o.a. de bouw van
kippen- en varkenshokken, grassilo's, dam-
hekken, elektriciteit en waterleiding.
I. Utiliteitswerken
In de aansluitingskosten op het elektrici
teitsnet kan door de Cultuurtechnische Dienst
een bepaalde subsidie per aansluiting worden
verleend. Het heeft naar onze mening op deze
plaats geen zin bedoelde regeling nader te
bespreken.
Belangrijk is echter te weten, dat de bij
drage van de belanghebbende eigenaar wordt
Voorbeeld berekening meng-subsidiepercentage
Uit te voeren cultuurtechnische werken Kosten Waardever- Subsidiebedrag Subsidieper-
meerdering centage
Eigenlijke werken 10.000.000
Boerderijenbouw 1.000.000
Totaal 11.000.000
3.500.000 6.500.000 65 (max 70)
650.000 350.000 35
4.150.000 6.850.000 62 meng-perc.
9 De aanlegkosten van buitenleidingen vanaf de weg
voor de aansluiting van gas, elektra en waterlei
ding zijn niet in de stichtingskostennormen be
grepen. Deze kosten dienen te worden opgenomen
in het plan voor de aanleg van utiliteitswerken.
Categorie C
310