niet uitblijven of de deuren zullen overal
opengaan! Ik reisde naar Salzburg, Wenen
en Bonn. Langzamerhand kreeg ik er een
idee van waar ik iets over het leven en de
tijd van Raiffeisen te weten kon komen. De
reeks nasporingen sloot ik af met een tocht
naar de plaatsen, waar Raiffeisen gewerkt
heeft.
Reis naar Duitsland
Op een zonnige zomerdag in juni reed ik
eens met de trein vanuit Keulen langs het
riviertje de Sieg door de weiden van een
nauw dal. Aan weerszijden daarvan rezen
steile en begroeide hellingen omhoog. Daar
boven strekte zich het Westerwald uit. Op
het kleine stationnetje in Au an der Sieg
stapte ik uit de trein, om daar de bus te
nemen naar het nabijgelegen Hamm, de ge
boorteplaats van Raiffeisen.
Hamm is tegenwoordig een keurige
plaats. De huizen zien er veelal nog oer
degelijk uit. Aan een jongen vroeg ik of hij
me kon vertellen waar het geboortehuis van
Raiffeisen stond. „Dat vindt u zo Te
genwoordig is het de wasserij van Paule.
Het is het laatste huis van hier als je het
dorp uitgaat." Maar ik liep er toch langs.
Dat kwam omdat ik naar de bekende ge
denksteen van Raiffeisen zocht. Die bleek
na het instorten van de gevel in de oorlog
niet meer te zijn aangebracht. Eindelijk
stond ik dan voor het huis. Het was al een
paar maal van eigenaar verwisseld. Vandaag
de dag is er niets meer, dat aan het leven
van Raiffeisen herinnert, terug te vinden.
Ik bleef een uurtje met de vriendelijke
bewoners praten. Ze vertelden me, dat er
nog tal van herinneringen aan de vrolijke
jongen, die hier honderd jaar geleden
rondliep, zijn blijven hangen. Hij hielp de
boeren de rente uitrekenen, die ze voor hun
leningen moesten betalen. Daardoor kreeg
hij er al gauw een idee van hoe ellendig de
boeren er in het algemeen aan toe waren. In
de brieven die Raiffeisen later schreef,
wordt vaak melding gemaakt van de grote
lindeboom, vlak naast het huis. Maar die
boom is al vele jaren geleden door een
storm geveld.
Tegen het vallen van de avond reed ik
met de bus langs zacht glooiende velden
naar het streekcentrum Altenkirchen, om
daar de nacht door te brengen, omdat ik
niet direct de laatste bus naar Weyerbusch
kon vinden.
De volgende morgen stapte ik al vroeg
door de dorpsstraat van Weyerbusch. Het
land is hier veel schraler. Een dennenbos
reikt tot aan de rand van het dorp. De natte
weiden waren geel gekleurd door de paar
debloemen. De regen viel met stromen neer
over het hoogland. Pas tegen de middag
brak er een straaltje zon door.
Ik keek of ik nergens het bekende bak
huis zag. Dat staat tegenwoordig onder be
scherming van de Duitse Raiffeisenorgani-
satie.
Ik wilde het eens van binnen bekijken,
maar er was niemand die de sleutel had.
Een welwillende buur van Pension Raiffei
sen, de oude ambtswoning van de burge
meester, wist er direct raad op. Hij zette
vlak bij een dakraampje een ladder tegen
de muur en zo kroop ik er van boven in.
Hier stond ik nu op de plek waar de „Raif-
feisengedachte" gestalte kreeg. Ideeën van
grote mensen hebben allemaal iets gemeen,
nl. ze leven voort, los van degene, die ze
uitsprak, ze leven voort ook al is hij er niet
meer.
Weyerbusch heeft veel van de oorlog te
lijden gehad. Het dorpje is nu als gewild
vakantiecentrum keurig netjes opgebouwd.
Ook de Raiffeisenbank is er uit zijn as her
rezen.
De volgende dag toog ik naar het dicht
bijgelegen Flammersfeld, Raiffeisens stand
plaats na Weyerbusch. Flammersfeld heeft
mooie wijken met veel groen en een ruim
marktplein. In de nieuwe raiffeisenbank
kreeg ik een gastvrij onthaal en een vrien
delijke gids, die mij het oude bankgebouw,
waarin Raiffeisen zelf nog zitting had ge
houden, liet zien. Als een kostbaar kleinood
liet men mij het notulenboek met de hand
tekeningen van Raiffeisen zien.
In de tijd waarin de coöperatie gemeen
goed is, zoals thans het geval is, gaat het
leven rustig zijn gang. Maar dat is niet al
tijd zo geweest. Er moest eerst een Raiffei
sen geboren worden, die de coöperatiege
dachte bij de boeren ingang deed vinden en
die gedachte tot tastbare werkelijkheid
maakte.
Tegen de avond spoorde ik naar Neu-
294