EEN BRANDKAST van een aantal landbouwprodukten, dan rijzen een aantal vragen. Men zal nl. ener zijds een prijsniveau moeten nastreven waar bij de continuïteit van de landbouwonder nemingen gewaarborgd is. Dat wil zeggen, dat de rationeel aangewende produktie- factoren een redelijke beloning kunnen ont vangen uit de opbrengst van de produkten (kostprijsberekeningen L.E.I.). Daarnaast zal echter ook bij de prijsvaststelling een zekere ruimte moeten bestaan voor de beïnvloeding, via de prijsverhoudingen, van de produktie- richting en het produktiepatroon.Het markt en prijsbeleid zal het contact tussen de producent en de marktpositie van de pro dukten niet volledig mogen verbreken. De ondersteuning van het prijsniveau zal zo danig moeten geschieden, dat de ondernemers in de landbouw de prijsverhoudingen en in zekere mate ook de prijsrisico's blijven voelen, met name de prijsrisico's t.a.v. de te expor teren hoeveelheden. Hun eigen verantwoor delijkheid zal hierdoor de juiste indruk ontvangen en hun inspanning voor een efficiënt werkende landbouw zal er door worden bevorderd. Melkprijsgarantie Wanneer men het bovenstaande nu in acht gaat nemen bij de vaststelling van de melk prijs, dan rijst de vraag hoe hoog die melk prijs moet zijn, voor welk kwantum deze moet gelden en op welke wijze de melkvee houders, bij een steeds toenemende produktie, kunnen worden geconfronteerd met de afzet- risico's. Een van onze zuiveldeskundigen (drs. Schelhaas) heeft kortgeleden gepubli ceerd dat V2 miljard kg melk van de totale produktie van rond 6 miljard kg een prijs heeft opgebracht van hoogstens 5 cent per kg. In verband hiermee kwam deze deskundige tot de stelling, dat de Nederlandse vee houderij zich niet zal kunnen onttrekken aan een zekere verantwoordelijkheid voor de grotere melkproduktie van de laatste jaren en wordt door hem een zodanige prijsrege ling bepleit, waarbij de individuele melkvee houder voortaan in zijn melkgeld de gevolgen van de grotere melkplas zou ondervinden. Dit zou dan kunnen door per bedrijf de garantieprijs (b.v. 30 cent per kg) uit te be talen voor een hoeveelheid melk, welke tot 90 van de gemiddelde leveringen ge durende de laatste jaren loopt. Voor de resterende 10 zou dan b.v. 10 cent per kg betaald kunnen worden, terwijl voor een nieuwe overproduktie slechts 5 cent per kg vergoed zou mogen worden. Afgezien van de praktische waarde van dit voorstel, illustreert het bovenstaande toch wel zeer duidelijk de moeilijkheden waarvoor het melkprijsbeleid waarvan de realisering een aanzienlijke hap uit de schatkist vergt op korte termijn wordt gesteld. Een soortgelijke situatie als bij de melk doet zich ook voor bij de suiker, waar bij een garantieprijs van 54,per ton bieten het quantum, dat meer was geproduceerd dan overeenkwam met de binnenlandse consump tie, niet meer heeft opgebracht dan 15, per ton bieten. Vandaar dat in de kringen van de georganiseerde landbouw ernstig Aanbiedingen onder Te koop gevraagd opgave van merk en afmetingen te richten aan de Coöperatieve Eierenafzetvereniging Deventer en Omstreken (C.E.D.O.) te Twelto. Verschuivingen in het bouwplan 250

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 8