KRONIEK VAN LAND- EN TUINBOUW
het discussierapport van het Landbouwschap geeft geen oplossing voor de problemen van
de prijspolitiek 1962,
confrontatie individuele veehouder met prijsrisico's van internationale markt
bouwboer teelt achter de markt aan: wijzigingen in oppervlakten, akkerbouwgewassen,
waarschuwing uitbreiding pluimveestapel,
versnelling of vertraging integratie E.E.G.
Aan het discussierapport van het Land
bouwschap over de landbouwpolitiek op
langere termijn is in de diverse landbouw
bladen ruime aandacht geschonken. Som
mige bladen zijn zelfs met de publikatie van
de letterlijke tekst begonnen, zodat elke boer
en tuinder zijn gedachten kan laten gaan
over de mogelijke ontwikkelingen van onze
agrarische bedrijfstak. Ongetwijfeld is het
van grote betekenis, dat men zich in zo ruim
mogelijke kring gaat bezinnen op de richting,
waarin het Nederlandse agrarische bedrijf
zich heeft te ontwikkelen en wat in de naaste
toekomst moet gebeuren om de produktie en
de afzet te rationaliseren en de bedrijfsstruc
tuur te verbeteren. De veranderingen, die
zich in en rond de landbouw voltrekken zijn
zo snel en ingrijpend, dat een koersbepaling
en een bezinning dringend geboden zijn. Een
dergelijke bezinning op deze veranderingen
dient zich daarbij niet te beperken tot de
eigen kring van de agrarische producenten,
maar deze moet zeker ook plaats hebben in
de diverse groeperingen van het afzetappa-
raat en de verwerking, dus in de kringen van
handel en landbouwprodukten-verwerkende
industrie. In de vorige Raiffeisen-Bode is in
dit verband reeds aandacht geschonken aan
het financieringsvraagstuk en de sterk toe
nemende kapitaalbehoefte. Dit punt heeft uit
de aard der zaak de voortdurende aandacht
van de landbouwkredietinstellingen.
Geen oplossing van prijspolitiek op
korte termijn
Toch heeft het discussierapport niet overal
een gunstig onthaal gevonden. Teleurstel
ling wordt geuit over het feit, dat geen
praktische oplossing wordt gegeven voor de
problemen, welke zich, met name ten aanzien
van de prijspolitiek, op korte termijn voor
doen. Immers, juist de ernstige teleurstelling,
welke er in de boerengelederen heerste na de
regeringsbeslissing in december 1960 over het
te voeren landbouwbeleid en het feit, dat het
Kamerdebat zich in alle mogelijke kleinig
heden verdiepte, waarbij een cent meer voor
dit en een cent minder voor dat inzet werd
van het politieke geharrewar, had voorzitter
Biewenga de wens doen slaken dat het Land
bouwschap er in zou slagen met goed voor
bereide voorstellen voor het prijsbeleid in
1962 te komen. Juist de „impasse" in het
landbouwbeleid maakte een andere bezinning
noodzakelijk en zou moeten leiden tot duide
lijk omschreven richtlijnen op basis waarvan
met de regering tot volledige overeenstem
ming zou kunnen worden gekomen over het
prijsbeleid voor het komende jaar. Het wordt
nu door velen teleurstellend geacht, dat het
discussierapport geen suggesties bevat om
trent de nadere concretering van de prijs
politiek op korte termijn, „aangezien daaraan
een bezinning over de koers van het land
bouwbeleid op langere termijn vooraf zou
moeten gaan". Een bezinning overigens die,
volgens het daartoe uitgestippelde schema,
pas in het volgend voorjaar tot een nadere
standpuntbepaling zal leiden.
Concretisering prijsbeleid 1962
Wanneer men nu dit najaar wil komen tot
een nadere concretisering van het prijsbeleid,
dus tot de vaststelling van de garantieprijzen
249