WENKEN VOOR KASSIERS
Schenking van hand tot hand
Niet zelden worden aan de kassier vragen
gesteld over schenking, zo in de volgende zin:
„Wanneer ik mijn zoon jaarlijks een bedrag
van 2.000,wil schenken (hetwelk precies
vrij is van schenkingsrecht) moet daarvoor
dan een notarieel stuk worden opgemaakt of
kan ik mijn zoon een gezegelde kwitantie
laten tekenen, als bewijs van schenking?"
Hoewel het de juiste oplossing is dat de
kassier de desbetreffende cliënt naar zijn
notaris verwijst, is het misschien toch wel
goed te weten, dat voor een zogenaamde
„schenking van hand tot hand" geen enkele
akte opgemaakt behoeft te worden. Ten be
wijze van de schenking zou door de begif
tigde een schenkingskwitantie getekend kun
nen worden. Een notariële schenkingsakte
behoeft slechts opgemaakt te worden voor de
z.g. schenkingsbelofte. Wanneer iemand be
looft op een later gelegen tijdstip aan een
ander bijvoorbeeld 100,te zullen schen
ken, moet van de belofte een notariële akte
opgemaakt worden.
Tewerkstelling personeel
Het kan voorkomen, dat een bediende van
een bank gedurende enige dagen per week
wordt tewerkgesteld bij een naburige boeren
leenbank, tegen vergoeding van een bedrag
voor salaris en sociale lasten, terwijl de be
diende in dienst blijft van de eerstgenoemde
bank. Deze manier is wel vanzelfsprekend,
indien de hulp tijdelijk nodig is zoals bij
vakanties en ziekte.
Indien deze situatie een meer langdurig
karakter gaat krijgen, zou men zich kunnen
afvragen of het personeelslid niet beter bij
beide banken in dienst kan komen, dus bij
wijze van dubbele werkkring, in welk geval
elk van de banken afzonderlijk zorgt voor
betaling van salaris en sociale lasten.
Afgezien van overige bezwaren en extra
administratieve rompslomp voor de beide
banken en de bediende zelf, moet deze manier
van regelen worden afgewezen, omdat bij
toeneming van de werkzaamheden moeilijk
heden onvermijdelijk zouden zijn. Zonder
wijziging in de bestaande verhoudingen kan
de bediende immers moeilijk meer tijd voor
een van de twee werkgevers beschikbaar stel
len. Dit gaat immers ten koste van de andere
werkgever.
Spaartegoed van een vereniging
De zelfbewustheid van ons platteland
wordt in niet onaanzienlijke mate onder
steund door de aanwezigheid van een groot
aantal plaatselijke verenigingen, waarvoor de
boerenleenbank op financieel gebied het
middelpunt vormt.
Niet al deze verenigingen bezitten de
rechtspersoonlijkheid. Dit doet zich namelijk
voor, indien er geen koninklijke goedkeuring
op de statuten is verkregen. Bij vele vereni
gingen ontbreekt zulk een goedkeuring, om
dat met het aanvragen daarvan een bedrag
van 100,is gemoeid.
Het ontbreken van de rechtspersoonlijkheid
kan een bezwaar zijn, niet alleen bij het aan
gaan van een schuld, doch ook bij het be
schikken over een spaartegoed. Dit laatste
bijvoorbeeld indien er onenigheden zijn ont
staan tussen het bestuur enerzijds en de pen
ningmeester anderzijds, die zijn verdere
medewerking weigert en het spaarboekje
onder zich houdt.
Allicht zal in zulk een geval door het be
stuur een nieuwe penningmeester worden
aangewezen. Maar mag dan aan deze worden
uitbetaald?
Voor vervolg zie j)ag281.
278